11. Ten aanzien van de door hem verstuurde berichten is door Werknemer aangevoerd dat hij simpelweg heeft gereageerd op een knusse foto waar twee mensen het fijn hebben, hij was blij was dat Department Manager nr. 1 met iemand was, temeer omdat ze in een moeilijke periode zat. Hartjes worden door meer mensen gebruikt in de communicatie, het betekent op veel sociale mediaplatformen dat iets ‘leuk’ is. Ook worden hartjes als iets positiefs gebracht. Hartjes worden binnen Primark door veel collega’s, ook door de leidinggevenden van Werknemer, als zodanig gebruikt, aldus Werknemer.
11. De kantonrechter overweegt dat niet met zekerheid vastgesteld kan worden dat Werknemer het bericht zoals weergegeven in r.o. 1.6 seksueel of flirterig bedoelde. Het is voorstelbaar dat hij hiermee bedoelde te communiceren zoals hij zegt. Dit laat onverlet dat het bij communicatie ook gaat om hoe iets op de ontvanger overkomt of over kan komen. Het gaat hier om een bericht van een (mannelijke) leidinggevende, dat laat op de zaterdagavond is verstuurd naar een vrouwelijke ondergeschikte waarbij gebruik is gemaakt van persoonlijke emoji’s. Het is goed voorstelbaar dat dit, zeker gelet op de ambigue betekenis van de gebruikte emoji’s, een ongemakkelijk gevoel teweeg heeft gebracht bij Department Manager nr. 1. Niet is immers precies duidelijk wat er nu wordt bedoeld en hartjes-emoji’s hebben naast ‘leuk’ ook nog steeds een ‘liefde’ connotatie. Van een leidinggevende mag worden verwacht dat hij dit begrijpt en zich dus van dergelijke berichtgeving onthoudt.
11. Dit is niet anders inzake de berichten zoals weergegeven in r.o. 1.7. Deze berichten zijn weliswaar door Primark niet zelfstandig aangehaald in haar verzoekschrift maar wel door haar benoemd tijdens de mondelinge behandeling. Ook hiervoor heeft te gelden dat niet met zekerheid kan worden beoordeeld dat deze een seksuele bedoeling hadden maar is het voorstelbaar dat de ontvangst van dit bericht onprettig kan zijn.
11. Bij de weging of de verstuurde berichten ontslag rechtvaardigen worden ook nog de volgende omstandigheden in aanmerking genomen. Het gaat om een paar berichten van een aantal jaar geleden. Er is geen grond om aan te nemen dat sprake is van een Werknemer die voortdurend de grenzen van het betamelijke opzoekt. De overige, uitvoerige, whatsappcommunicatie tussen Werknemer en Department Manager nr. 1, welke door Werknemer in de procedure is ingebracht, is collegiaal en prettig van toon. Het gaat hoofdzakelijk over werk en een enkele keer over een ander onderwerp. Van een seksuele of flirterige toonzetting blijkt niets. Evenmin blijkt uit deze communicatie een veelvuldig gebruik van hartjes en andere persoonlijke emoji’s. Uit de overgelegde communicatie en verklaringen volgt verder dat binnen Primark door mensen, waaronder leidinggevenden, met hartjes wordt gecommuniceerd. Verder weegt in mindere mate mee dat de melding pas is gedaan in het kader van de mogelijke samenspanning; dit is een aanwijzing dat de impact van het handelen van Werknemer op Department Manager nr. 1 in ieder geval aanvankelijk niet heel groot is geweest. Al met al kunnen de berichten geen redelijke grond opleveren voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
11. Dan de aanraking van de kleding van Department Manager nr. 1. Door Werknemer wordt het voorval betwist. Het kan best zijn dat hij een keer even op haar scherm meekeek. Maar hij heeft niet de stof van haar blouse aangeraakt en gezegd ‘lekker stofje’. Maar zelfs als hij dat gedaan zou hebben is dat niet onbehoorlijk. Ze werken in een kleding bedrijf en hebben allemaal een connectie met kleding. Als dit als incident heeft plaatsgevonden is dat niet grensoverschrijdend, het gaat om één enkel incident, aldus Werknemer.
11. De kantonrechter overweegt dat tegenover de verklaring van Department Manager nr. 1 de verklaring van Werknemer staat. De gedraging wordt door hem ontkend. Dat hij in het gesprek van 12 september 2022 gezegd zou hebben dat als een dergelijk gesprek plaats zou hebben gevonden, dit in een open ruimte zou zijn geweest en dus geen ongewenst gedrag zou hebben opgeleverd, kan niet als een erkenning worden beschouwd. Dan is door Primark nog verwezen naar een e-mail van een collega aan wie hierover verteld had. In die e-mail staat over dit voorval: “Hij gaf haar vaak complimenten over wat ze aan had of hoe ze er uit zag. Zelfs even voelen aan haar zachte stof blousje.” De kantonrechter kan uit deze e-mail niet afleiden of deze collega dit zelf heeft waargenomen of haar hierover is verteld en wanneer dit is verteld. Zij is hierover ook niet gehoord door het onderzoeksbureau. Deze e-mail legt daarmee onvoldoende gewicht in de schaal. Dat dit incident plaats heeft gevonden is hiermee onvoldoende onderbouwd.
11. Voor de volledigheid wordt nog het volgende overwogen. De omschreven aanraking is multi-interpretabel: deze kan gericht zijn geweest op het stofje van de blouse, maar kan ook het opzoeken van intimiteit betekenen. Vooropgesteld wordt dat de lichamelijke integriteit van elk persoon gerespecteerd dient te worden. Een niet-functionele aanraking zoals door Department Manager nr. 1 wordt omschreven kan die grens overschrijden. Het voorval heeft haar een ongemakkelijk gevoel gegeven. Dit is begrijpelijk, temeer nu het voorval zich in een ruimte voorgedaan zou hebben waar zij op dat moment met z’n tweeën waren. Een leidinggevende dient zich dan ook van een dergelijke handeling te onthouden. Uit haar verklaring volgt echter ook dat dit een incident van 2 of 3 jaar geleden betrof: het gaat om een éénmalige aanraking van de stof van haar blouse op haar bovenarm. Het betreft een situatie waar gelet op de omschrijving van haar zelf Werkgever zich ook ongemakkelijk bij voelde. Al met al zou het voorval aandacht verdienen maar kan het niet gekwalificeerd worden als zodanig verwijtbaar handelen dat in redelijkheid niet verwacht kan worden dat de arbeidsrelatie wordt voortgezet.