Op 12 januari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Prešov District Court in Slowakije. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 26 november 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Slowakije in 1993 en gedetineerd in Nederland, heeft afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn bij de zitting. Zijn raadsman, mr. M. de Klerk, heeft de verdediging gevoerd.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Slowaakse nationaliteit heeft. Het EAB betreft een vrijheidsstraf van zestien maanden, opgelegd voor feiten die in Nederland strafbaar zijn, waaronder overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de eisen voor overlevering is voldaan en dat er geen weigeringsgronden zijn.
De rechtbank heeft op basis van de Overleveringswet (OLW) en de relevante artikelen van de Wegenverkeerswet 1994 besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. P. van Kesteren, voorzitter, en mrs. M. van Mourik en E.G.M.M. van Gessel, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. C.W. van der Hoek. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.