Op 8 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Mannheim. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 7 september 2022 en de behandeling vond plaats op 25 oktober 2022. De opgeëiste persoon, geboren in 1996 en met de Nederlandse nationaliteit, was niet aanwezig tijdens de zitting. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat de personalia correct zijn. Het EAB betreft een strafrechtelijk onderzoek naar vermoedelijke strafbare feiten die onder Duits recht vallen, specifiek illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, waarvoor een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft en er een garantie is gegeven door de Staatsanwaltschaft Mannheim dat hij in Nederland zal worden teruggebracht voor de uitvoering van de straf indien hij in Duitsland wordt veroordeeld. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, conform de artikelen 2, 5, 6 en 7 van de OLW. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.