Op 27 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een handhavingsverzoek van eiseres, een stichting die zich inzet voor het woon- en leefklimaat in Amsterdam. Eiseres had een handhavingsverzoek ingediend tegen de gemeente Amsterdam, omdat er een led-scherm met reclame-uitingen was geplaatst bij een restaurant op de Dam. De gemeente had dit verzoek afgewezen, met de argumentatie dat het verzoek te beperkt was opgevat en alleen op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) kon worden beoordeeld. Eiseres was het hier niet mee eens en startte een beroepsprocedure.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente het handhavingsverzoek te beperkt had opgevat. De rechtbank stelde vast dat alle partijen het erover eens waren dat de reclame-uitingen op het led-scherm in strijd waren met de Welstandsnota van Amsterdam. De rechtbank benadrukte dat het handhavingsverzoek niet alleen op de WABO gebaseerd kon worden, maar ook op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), die regels bevat over de toelaatbaarheid van reclame. De gemeente had het verzoek breder moeten opvatten en niet enkel moeten focussen op de vraag of er sprake was van een welstandsexces.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit van de gemeente en droeg de gemeente op om binnen zes weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens werd de gemeente verplicht om het griffierecht van € 360,- aan eiseres te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een brede interpretatie van handhavingsverzoeken en de noodzaak voor gemeenten om rekening te houden met verschillende juridische kaders bij het beoordelen van dergelijke verzoeken.