Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- de akte van AAA houdende overlegging producties,
- de akte van [gedaagde] houdende overlegging producties,
2.De feiten
Orphan Drug designation” [1] gekregen voor Lutathera. Als gevolg hiervan heeft AAA tot in ieder geval 28 september 2027 marktexclusiviteit in Europa. In de Verenigde Staten is Lutathera op 1 december 2009 als “
Orphan Drug” aangewezen. Op 26 januari 2018 is de “marketing approval” verleend als gevolg waarvan AAA in de Verenigde Staten tot 26 januari 2025 marktexclusiviteit heeft.
Letter Agreement’. Namens Sandoz is deze op 18 oktober 1989 getekend.
Letter Agreementdie in de hoofdlicentieovereenkomst terecht moesten komen. Bij deze onderhandelingen werd [gedaagde] bijgestaan door [naam 3] .
Royalties are acceptable”.
“ok”.
DEFINITIONS
]
the umbrella patentinventors’/de licentiegevers vermeld. Voor beide betalingsverplichtingen werd de staffel overeenkomstig artikel 4.1.1 van de Sublicentieovereenkomst aangehouden. Dat voorstel is op 12 oktober 2009 geaccepteerd en ondertekend door alle aandeelhouders.
License Agreement between [gedaagde] and Biosynthema Inc.”genoemd. In reactie daarop heeft [gedaagde] gesteld dat hij niet akkoord gaat met het noemen van zijn naam.
Under the BioSynthema sale and purchase agreement, we are required to pay a variable-amount royalty to the BI Shareholders, consisting of a low single-digit percentage of annual net sales of Lutathera, if our gross profit margin with respect to sales of Lutathera, as defined in the agreement, within that year exceeds 30%. This consideration is payable annually for ten years following EMA market authorization of FDA approval for Lutathera. We expect to, although we can provide no assurance that we will, obtain EMA marketing authorization and FDA approval by the first half of 2017.”[pagina 68]
Under a license agreement relating to products that are labeled with somatostatin analogues, we are obligated to pay a low single digit royalty on net sales of Lutathera, for the longer of (i) the period that the use or sale of Lutathera is covered by a valid patent licensed under the agreement or (ii) ten years from first commercial sale, in each case on a country-by-country basis.” [pagina 83]
3.Het geschil
Orphan Drug” status van Lutathera.
4.De beoordeling
“Fed Ex License Agreement to Novartis”met de datum van 31 juli 2007 (zie onder 2.36). AAA stelt dat dit ook de Hoofdlicentieovereenkomst kan zijn geweest die is toegezonden, maar dat is niet waarschijnlijk. Het betreft een verzending met FedEx, hetgeen erop duidt dat er belang aan de verzending werd gehecht en deze wijze van verzending voldoet ook aan artikel 13.5 over ‘notices’. Anders had het stuk per e-mail kunnen worden toegezonden. De Hoofdlicentieovereenkomst is door Novartis als laatste ondertekend, dus daarvan had zij zelf een volledig ondertekend exemplaar. Bovendien heeft de ondertekening van de Hoofdlicentieovereenkomst plaatsgehad in december 2006 en januari 2007 en die van de Sublicentieovereenkomst op 12 juni 2007. Al met al is dit afdoende bewijs voor de verzending van de Sublicentieovereenkomst op 31 juli 2007, dus kort na 12 juni, door [naam 3] aan Novartis. Daarmee heeft [gedaagde] voldaan aan zijn verplichting uit artikel 3.1.2 van de Hoofdlicentieovereenkomst, door de overschrijding met enkele weken heeft Novartis geen nadeel ondervonden.
does not rectify the breach of Article 3.2.1”en
“The same applies to an even greater extent to a breach of the information obligation pursuant to Article 3.1.2”.Hiervoor is al geoordeeld dat de Sublicentieovereenkomst wel tijdig aan Novartis is toegezonden. Het gaat hier alleen nog om artikel 3.2.1, die door de Zwitserse advocaat van AAA als een lichtere tekortkoming wordt aangemerkt. Ook [gedaagde] heeft een opinie van een Zwitserse advocaat overgelegd, die wijst op artikel 4.1.1 van de Hoofdlicentieovereenkomst waarin staat dat betaald moet worden aan “
of [gedaagde] Designee”. Zelfs als het zo is dat [gedaagde] niet uit zichzelf heeft opgemerkt dat Novartis recht had op 50% van de royalty’s, heeft hij in elk geval in de periode dat hij aanspraak op de royalty’s maakte in zijn brief van 8 mei 2020 expliciet erkend dat Novartis dit recht had en dat AAA direct aan Novartis kon uitbetalen (zie onder 2.45). Zodoende kan Novartis worden aangemerkt als een [gedaagde] Designee. Daarnaast heeft [gedaagde] er terecht op gewezen dat volgens artikel 10.2.1 van de Hoofdlicentieovereenkomst in geval van een wilful breach een periode van 90 dagen dient te worden gegeven voor herstel van de tekortkoming. Onder die omstandigheden ligt het niet voor de hand dat Novartis aanspraak kan maken op de in artikel 10.4.2 van de Hoofdlicentieovereenkomst genoemde gevolgen van de omissie in de Sublicentieovereenkomst. Het zou in strijd komen met het in het Zwitserse recht geïncorporeerde beginsel van de goede trouw (artikel 2 Zwitsers Burgerlijk Wetboek) om deze gevolgen er wel aan te verbinden, zeker nu Novartis gedurende ongeveer 10 jaar in bezit was van de Sublicentieovereenkomst en er nooit over heeft geklaagd dat er in artikel 4.1.1 alleen [gedaagde] Designee stond en niet Novartis. De conclusie is dat de gestelde tekortkoming in de nakoming van de Hoofdlicentieovereenkomst, zo die al bestaat, naar het toepasselijke Zwitsers recht hersteld geacht wordt te zijn.
Remaining Interestsbehalve (OctreoScan en) OctreoTher. [gedaagde] heeft onbetwist gesteld dat het eerste generatie geneesmiddel Indium isotoop 111In is. Dit middel viel onder de
Novartis Exclusive Retained Rights.OctreoTher is het tweede generatie middel dat uit de uitvinding is voortgekomen. [gedaagde] was niet bevoegd een sublicentie daarvoor te verstrekken. Lutaat is het derde generatie middel. Dit middel viel onder de
Remaining Interestsen daarop heeft [gedaagde] overeenkomstig de Hoofdlicentieovereenkomst een sublicentie aan BioSynthema verstrekt. BioSynthema heeft dat middel onder de sublicentie verder ontwikkeld. Op enig moment in 2010 heeft AAA S.A. de aandelen van BioSynthema overgenomen. De naam van BioSynthema is later gewijzigd in AAA. De sublicentie van BioSynthema en thans AAA is onderwerp van dit geschil. Deze zaak gaat om de vraag of AAA verplicht is royalty’s onder die sublicentie aan [gedaagde] te betalen.
OctreoScanen
OctreoTher.Gelet op genoemd criterium heeft de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen van de bepaling een groot gewicht.
The duration of the royalty obligation shall be determined on a country-by-country basis. Royalties shall be payable quarterly from the First Commercial Sales of the Licensed Product in a country (i) for the period such licensed Product’s use or sale is Covered by a Valid Patent in such country, or (ii) for a period of ten (10) years from First Commercial Sales; and if both (i) and (ii) are applicable, for the longer of either.”
- dat uit het gebruik van de woorden ‘
- dat de Brulotte-beslissing
- en dat het hier om een zuivere octrooilicentie gaat en niet om een knowhow licentie, waardoor de Brulotte-beslissing geldt,
- dat [naam 3] die voor [gedaagde] over de Hoofdlicentieovereenkomst onderhandelde bekend was met deze Brulotte-rechtspraak en ermee heeft ingestemd dat het geen knowhow licentie werd,
- dat in de concepttekst (zie onder 2.28) nog geen sub (ii) staat, want dat was in 2006 nog niet overeengekomen,
- dat uit de verklaring van [naam 1] blijkt dat ieder aandeel in de uitvindingen is verdisconteerd in de hoeveelheid aandelen in BioSynthema en dat er niet een tweede vorm van winstdeling is afgesproken,
- dat [gedaagde] al grote bedragen op basis van de SPA heeft ontvangen en nog zal ontvangen en het nooit de bedoeling is geweest om [gedaagde] dubbel te betalen, en
- dat alleen royalty’s verschuldigd zijn voor verkoop in landen waar ook een patent heeft gegolden; er moet bij gebreke van een overdracht van iets anders (zoals knowhow) op zijn minst enige connectie zijn tussen de octrooien en de gebruiksvergoeding daarvoor.
- waarin het woord
- op de totstandkomingsgeschiedenis van de bepaling waarbij het doorlopen van de royalty-verplichting tot 10 jaar na de
- dat [gedaagde] en BioSyntema, toch wel hetzelfde zullen hebben bedoeld gelet op hun nauwe verbondenheid en het feit dat beiden werden bijgestaan door [naam 3] ,
- dat [naam 1] niet betrokken is geweest bij onderhandelingen over de Sublicentieovereenkomst, en
- dat het gaat om verkoop waar dan ook, niet alleen waar het octrooi heeft gegolden.
the Licensed Productwordt in de Sublicentieovereenkomst elk uit de uitvinding voortkomend product bedoeld met uitzondering van
OctreoScanen
OctreoTher.Tussen partijen staat niet ter discussie dat Lutathera uit de uitvinding van [gedaagde] in combinatie met die van Sandoz en Mallinckrodt is voortgekomen. Dat met het
Licensed Productinderdaad Lutathera wordt bedoeld, staat in een reeks van publicaties van AAA. Verwezen wordt hier naar het business plan van BioSynthema (zie 2.37) en het Annual Report voor de SEC (zie 2.41). Ook staat tussen partijen niet ter discussie wanneer de octrooien in de verschillende landen zijn verlopen en wanneer de
First Commercial Salesplaatsvonden. Lutathera is in Europa en in de Verenigde Staten van Amerika voor het eerst in 2018 verkocht. [gedaagde] heeft toegegeven dat hij onder de Sublicentieovereenkomst geen royalty’s voor een ander product dan Lutathera (meer) kan vorderen.
shall be determined on a country-by-country basis,voor de verkoop
in a country,(i)
Covered by a Valid Patent in such country.In augustus 2003 heeft [naam 3] aan Novartis de bepaling voorgesteld als:
on product sales in each country for a minimum of ten years in each country where product is sold, and in countries where a patent was issued the greater of ten years or the remaining life of any applicable patents in each country”(zie onder 2.25)
.Hierbij heeft zij dus uit elkaar gehaald waar het product werd verkocht en waar een octrooi geldig was. In augustus 2006 stelde [naam 3] de volgende toevoeging voor: “
royalty paid on a minimum of ten (10) years in each country where the patent has been filed, at the above royalty rates”(zie onder 2.29). In de uiteindelijke tekst van de bepaling is dit niet overgenomen. Daarom leest de rechtbank de bepaling zo dat met verkoop
in a countrywordt bedoeld verkoop in elk land waar het product wordt verkocht en niet alleen in de landen waar ook het patent heeft gegolden. Deze lezing wordt nog versterkt door de definitie van Territory in artikel 4.1.3 van de Sublicentieovereenkomst waarin is bepaald over welke verkopen uit welke landen AAA verplicht is gegevens aan [gedaagde] te verstrekken teneinde de verschuldigde royalty’s te berekenen; Territory betekent: alle landen ter wereld (zie hiervoor 2.35). Deze verplichting zou zich niet verhouden met een beperking van de betalingsverplichting tot de landen waarin voor Lutathera een octrooi heeft gegolden.
or’betekent in het Engels ‘of’. Taalkundig heeft dat de betekenis van alternatieve mogelijkheden, het één of het ander kan gelden.
First Commercial Sales. Opgemerkt wordt dat hierin geen beperking staat van de landen waarin de verkoop plaatsvindt. In het onder b. besproken gedeelte ‘
in a country’staat evenmin een beperking tot de landen waar het octrooi gold en waarin de verkoop plaatsvindt. Het was eenvoudig geweest om de bepaling zo te redigeren dat ook het gedeelte onder (ii) beperkt zou zijn tot de landen waar het octrooi heeft gegolden en er zijn ook verschillende tekstvoorstellen tussen partijen besproken. Die beperking staat echter niet in de uiteindelijke letterlijke tekst. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat er geen beperking tot landen waar het octrooi heeft gegolden door partijen is overeengekomen. Verder staat in dit gedeelte geen beperking tot producten waarvoor nog een geldend octrooi bestaat. Dit staat ook niet in het gedeelte van de tekst dat onder a) is gesproken. Partijen wisten dat de ontwikkeling en het op de markt brengen van een geneesmiddel lange tijd in beslag neemt. De goedkeuring door de betrokken autoriteiten FDA en EMA kon echter pas plaatsvinden nadat het geneesmiddel volledig was ontwikkeld en verschillende
clinical trialswaren verricht. Op het moment van het sluiten van de overeenkomsten was al meer dan 15 jaar van de octrooitermijn van 20 jaar die in Nederland geldt, verstreken. Op dat moment verwachtten partijen dat Lutathera in 2011 op de markt zou komen, dus nadat de octrooien in vele landen, waaronder Nederland, in 2009 zouden zijn verlopen. Ook hiervoor geldt dat partijen de redactie van het artikel eenvoudig hadden kunnen aanpassen indien zij met de geldigheid van het octrooi rekening hadden willen houden.
First Commercial Salesbinnen de octrooi-periode zijn gestart. Vast staat dat de verkoop is gestart nadat alle octrooien waren verlopen. Aan de voorwaarde dat (i) en (ii) gelden is dus niet voldaan. Dit gedeelte van artikel 4.2.1. is dus niet aan de orde.
interpreted in accordance with the laws of the Netherlands without giving effect to principles of conflicts of law’.Partijen hebben dus uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van Nederlands recht. De bedoeling van een dergelijke bepaling is dat het Nederlands recht wordt toegepast en dat niet via een verwijzingsregel uit het Nederlandse internationaal privaatrecht toch een ander rechtsstelsel wordt toegepast
"misuse of the patents through extension of the license agreements beyond the expiration date of the patents”opleverde. Het Hooggerechtshof stelde vast dat de overeenkomst beperkingen bevatte die
“are apt and pertinent to protection of the patent monopoly, and their applicability to the post-expiration period is a telltale sign that the licensor was using the licenses to project its monopoly beyond the patent period.”Verder stelde het Hooggerechtshof vast dat het hier ging om een royalty voor de ‘
use of patent’en ‘
not deferred payments for use during the pre-expiration period’en besliste onder meer: “
a patentee's use of a royalty agreement that projects beyond the expiration date of the patent is unlawfulper se” (…); “
to use that leverage to project those royalty payments beyond the life of the patent is analogous to an effort to enlarge the monopoly of the patent by tieing the sale or use of the patented article to the purchase or use of unpatented ones”. Bij deze beslissing is één
dissenting opiniongegeven.
Brulotte is no bar to business arrangements to defer payment or create joint enterprises, the Court observed.” Bij de beslissing inzake Kimble /Marvel is een
dissenting opiniongesteund door drie raadsheren gevoegd. Deze bevat onder meer het volgende: “
Stating that Brulotte: was not based on anything that can plausibly be regarded as an interpretation of the terms of the Patent Act. It was based instead on an economic theory—and one that has been debunked. The decision interferes with the ability of parties to negotiate licensing agreements that reflect the true value of a patent, and it disrupts contractual expectations” en “
It was not simply a case of incorrect statutory interpretation. It was not really statutory interpretation at all.”.
deferred payments for use during the pre-expiration periodwel zouden zijn toegestaan. Daarvan wordt ook uitgegaan in de beslissing in Kimble /Marvel. Verder refereert het Hooggerechtshof eraan dat een monopoly positie buiten de mogelijkheden van de wet niet zijn toegelaten en dat het om (wettelijk) octrooibeleid gaat. De
dissenting opinionsin zowel Brulotte/Thys als in Kimble /Marvel zijn erop gericht dat de overeenkomsten ten behoeve van het resultaat anders vormgegeven hadden kunnen worden, dan wel dat het om economische aspecten gaat en dat de uitspraak ingrijpt op de contractsvrijheid van partijen. Het gaat niet om het onjuist interpreteren van wetgeving.
Orphan Drugstatus exclusief mag verkopen gedurende vele jaren - en door de uitvinder/licentiehouder kan geen argument zijn om de uitvinder/licentiehouder de contractuele vergoeding te onthouden. De andere aandeelhouders zijn niet alle de uitvinders/-licentiehouders van de uit 1989 stammende uitvinding geweest en voorzover zij dit wel zijn – te weten Sandoz (Novartis) en later Mallinckrodt – hebben zij een eigen recht op royalty's. Van onaanvaardbaarheid in verband met de redelijkheid en billijkheid of strijd met de goede zeden – een correctienorm uit het Nederlands recht - is dan ook geen sprake.
Letter Agreementzijn rechten behouden.
- i) de Sublicentieovereenkomst wereldwijd geldt en dus ook de gehele Europese Unie bestrijkt;
- ii) de Sublicentieovereenkomst betrekking heeft op een technologie die volgens [gedaagde] wordt gebruikt voor de productie van de werkzame stof in Lutathera, welk geneesmiddel in de Europese Unie wordt verkocht;
- iii) het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) voor Lutathera een marktvergunning aan AAA heeft verleend in september 2017;
- iv) Lutathera in een groot aantal landen in de Europese Unie in de handel wordt gebracht; en
- v) de verplichting tot het betalen van royalty’s voor afgelopen octrooien bovendien de productiekosten van AAA verzwaart, wat kan leiden tot een vermindering van concurrentie op markten van bestaande producten en technologieën, met name wat betreft maar niet beperkt tot Lutathera; AAA verwijst in dit verband naar de zaak Genentech t. Hoechst
(i) de Sublicentieovereenkomst een verplichting inhoudt tot het betalen van royalty’s voor afgelopen octrooien; en
(ii) de Sublicentieovereenkomst Novartis (waarvan AAA onderdeel uitmaakt) beperkt in de mogelijkheden om eigen technologierechten te exploiteren. Uit de Richtsnoeren van de Commissie en uit de rechtspraak van het HvJEU blijkt dat een overeenkomst die een licentienemer verplicht royalty’s te betalen voor een afgelopen octrooi naar strekking de mededinging beperkt wanneer de licentienemer die overeenkomst niet kan opzeggen;
- i) de overeenkomst ertoe
- ii) de overeenkomst
meebrengen(of die
strekking hebben)of
ten gevolgehebben, kan desalniettemin van dergelijke strijd wel sprake zijn.
mededingingsbeperkende strekkinghebben. Uit de verplichting tot betaling van royalty’s voortvloeiend uit niet-exclusieve licentieovereenkomsten zoals de Sublicentieovereenkomst vloeit de mededingingsbeperkende strekking niet voort, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn waaruit een beperking van de handelingsvrijheid van AAA of effecten van marktafscherming volgen. Dat is niet reeds het geval bij een royalty-verplichting voor een octrooi dat is verlopen en dus in het publieke domein is gevallen. Rekening dient te worden gehouden met de lange ontwikkelingstermijn totdat tot exploitatie van een geneesmiddel kan worden overgegaan en het onvermogen om die ontwikkeling geheel te financieren voorafgaande aan het op de markt brengen van het geneesmiddel. Indien gedurende die lange ontwikkelingstijd tot aan de goedkeuring voor de licenties betaald had moeten worden, zou dit waarschijnlijk hebben geleid tot het niet ontwikkelen van dit vernieuwende geneesmiddel. Immers, verschillende ontwikkelaars zijn in die fase afgehaakt. De verbetering van de technologische vooruitgang en efficiëntieverbetering ten behoeve van de gebruikers/patiënten zou dan niet hebben plaatsgehad, terwijl juist dat de achtergrond is van de vrijstelling van artikel 101 lid 3 VWEU. Uitgestelde betaling voor een octrooilicentie na verloop van de octrooitermijn komt dan niet in strijd met het mededingingsrecht als deze maar niet oneindig kan doorlopen. Dit wordt bevestigd in het in het Ottung-arrest en Genentech-arrest van het HvJEU.
tot gevolgheeft gehad. Daarvoor is een marktonderzoek nodig en dat is niet overgelegd. Dat zal voor AAA ook ingewikkeld zijn zolang – zoals in dit geval –
Orphan Drugstatus heeft. Daardoor bestaat er immers geen concurrerende markt.
Orphan Drugstatus mag AAA Lutathera exclusief op de markt brengen en kunnen derden de markt met dit middel niet betreden. Voorzover toch sprake is van marktafscherming, komt die voor derden voort uit de
Orphan Drugstatus en niet uit de Sublicentieovereenkomst.