ECLI:NL:RBAMS:2023:1703

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
9933099 \ CV EXPL 22-7801
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude met cadeaubonnen voor energiebesparende producten en de gevolgen voor de betrokken partijen

In deze zaak heeft het Regionaal Energieloket B.V. (hierna: Regionaal Energieloket) een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wegens vermeende fraude met cadeaubonnen voor energiebesparende producten. De procedure begon met een dagvaarding op 8 juni 2022, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord en repliek. Het Regionaal Energieloket stelt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in strijd hebben gehandeld met de actievoorwaarden van de cadeaubonregeling door meerdere cadeaubonnen aan te vragen op verschillende namen en adressen, maar deze te laten bezorgen op hun eigen adres. Dit resulteerde in een schadevergoeding van € 14.242,99 die zij aan het Regionaal Energieloket moeten betalen, vermeerderd met rente en proceskosten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tekort zijn geschoten in hun verplichtingen door de cadeaubonnen te gebruiken voor een ander doeleinde dan waarvoor deze waren uitgegeven. De rechter heeft vastgesteld dat de actievoorwaarden duidelijk waren en dat de gedaagden niet konden aantonen dat zij de voorwaarden niet hadden geschonden. De vordering van het Regionaal Energieloket is toegewezen, en de gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 24 maart 2023 door kantonrechter M.L.S. Kalff.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 9933099 \ CV EXPL 22-7801
Vonnis van 24 maart 2023
in de zaak van
REGIONAAL ENERGIELOKET B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Regionaal Energieloket,
gemachtigde: mr. M. de Wit,
tegen

1.[gedaagde 1] ,2. [gedaagde 2] ,

beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna het Regionaal Energieloket, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 juni 2022, met producties,
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 1] , met producties,
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 2] ,
- het tussenvonnis van 25 augustus 2022 waarin is bepaald dat schriftelijk wordt
voortgeprocedeerd,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek van [gedaagde 1] ,
- de conclusie van dupliek van [gedaagde 2] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Het Regionaal Energieloket assisteert gemeenten bij de uitvoering van de Regeling Reductie Energieverbruik Woningen (hierna: RREW). Een onderdeel daarvan betreft de uitvoering van een cadeaubonregeling.
2.2.
Gemeenten hebben op grond van de RREW een aanvraag kunnen indienen bij de minister van Binnenlandse Zaken voor een decentralisatie-uitkering ten behoeve van onder andere het aanbieden van eenvoudige energiebesparende maatregelen die de eigenaar of huurder van een woning zelf kan aanbrengen.
2.3.
Verschillende gemeenten hebben ervoor gekozen om uitvoering te geven aan de RREW door middel van cadeaubonnen, die aan huiseigenaren en huurders ter beschikking werden gesteld. Met deze cadeaubonnen konden bewoners vervolgens zelf beslissen welke producten zij wensten aan te schaffen.
2.4.
Het Regionaal Energieloket coördineert de uitvoering van de uitgifte van cadeaubonnen voor verschillende gemeenten. Daarbij werkt het Regionaal Energieloket samen met Speedcomfort B.V., die een webshop exploiteert waar bewoners hun cadeaubon kunnen inruilen voor energiebesparende producten.
2.5.
Bij het aanvragen van de cadeaubonnen moeten bewoners akkoord gaan met de actievoorwaarden van het Regionaal Energieloket. In deze actievoorwaarden staat onder meer het volgende:

4. Inwoner: de natuurlijk persoon, zijnde bewoner van een bestaande woning binnen een (aan het Cadeaubonnensysteem van Regionaal Energieloket) deelnemende gemeente aan wie een cadeaubon is gezonden.(…)7. Een cadeaubon is uitsluitend inwisselbaar voor energiebesparende maatregel(en) en/of diensten die worden uitgevoerd/toegepast in, aan of op de bestaande woning van de Inwoner.(…)9. Indien u uw cadeaubon online besteed dan verklaart u dat de met de cadeaubon bestelde producten alleen op het factuuradres worden gebruikt.10. U verklaart dat u de eigenaar-bewoner of huurder bent van de woning op het adres waarop u de producten bestelt (…).(…)13. De cadeaubon is niet overdraagbaar of aanpasbaar en niet inwisselbaar voor geld.(…)17. Indien de kleine energiebesparende maatregelen en/of diensten niet zijn uitgevoerd is Inwoner verplicht het verzilverde cadeaubon bedrag terug te betalen aan Regionaal Energieloket.
(…)22. Het is niet toegestaan cadeaubon op welke wijze dan ook te gebruiken voor commerciële doeleinden en/of andere doeleinden dan waarvoor deze zijn uitgegeven.”
2.6.
In de periode tussen 14 oktober en 23 november 2021 zijn bij het Regionaal Energieloket meer dan 200 cadeaubonnen aangevraagd, waarmee 215 bestellingen zijn gedaan bij Speedcomfort B.V. Deze aanvragen zijn gedaan op verschillende namen en adressen, maar voor alle bestellingen is als bezorgadres gebruikt [adres] . De bestelde producten hadden gezamenlijk een waarde van € 14.242,99.
2.7.
De bestellingen waren voorzien van
track and traceID’s waaruit volgt dat 209 bestellingen zijn afgeleverd op het adres [adres] .
2.8.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] wonen op het adres [adres] . Op dit adres was ook de eenmanszaak [naam eenmanszaak] gevestigd.
2.9.
De advocaat van het Regionaal Energieloket heeft [gedaagde 1] in een brief van 9 februari 2022 gesommeerd een bedrag van € 14.757,80 te betalen als vergoeding voor de met de cadeaubonnen verkregen energiebesparende producten.

3.Het geschil

3.1.
Het Regionaal Energieloket vordert veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van (i) € 14.242,99 vermeerderd met rente als hoofdsom en (ii) € 917,43 als vergoeding van buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de kosten van de procedure, steeds voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
3.2.
Het Regionaal Energieloket legt daaraan het volgende ten grondslag. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben fraude gepleegd door verschillende namen en adressen te gebruiken om een groot aantal cadeaubonnen te verkrijgen, waarmee zij energiebesparende producten op hun eigen adres hebben laten bezorgen. Hiermee hebben zij gehandeld in strijd met de actievoorwaarden. Op grond van de actievoorwaarden zijn [gedaagde 1] en [gedaagde 2] verplicht de waarde van de producten terug te betalen aan het Regionaal Energieloket. Door dit niet te doen hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wanprestatie gepleegd. Daarnaast kwalificeert dit handelen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] als onrechtmatige daad, aangezien het in strijd is met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Het Regionaal Energieloket lijdt schade omdat zij de corresponderende waarde van de cadeaubonnen heeft moeten storten op een derdengeldenrekening om de betreffende gemeenten schadeloos te stellen. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn gehouden deze schade te vergoeden.
3.3.
[gedaagde 1] voert het volgende verweer. [gedaagde 1] betwist dat zij de actievoorwaarden van het Regionaal Energieloket heeft geschonden. Zij heeft de producten besteld ten behoeve van buurtbewoners die niet over internet beschikten. Het was mogelijk via de website van Speedcomfort B.V. een afwijkend afleveradres in te voeren. Als het niet was toegestaan de producten op een ander adres te laten bezorgen dan het adres van degene op wiens naam deze waren besteld, dan had dit niet mogelijk moeten zijn. Het Regionaal Energieloket is een grote organisatie, die had moeten opmerken dat meer dan 200 bestellingen werden gedaan met hetzelfde afleveradres. Zij had dan ook eerder actie moeten ondernemen. Daarnaast kan het Regionaal Energieloket niet bewijzen dat alle pakketten daadwerkelijk door [gedaagde 1] zijn ontvangen, aanzien zij niet voor ontvangst heeft getekend. Pakketten worden dagelijks door DHL bezorgd op andere adressen of in het trappenhuis neergezet. Bovendien heeft het Regionaal Energieloket geen schade, aangezien zij de gelden voor de cadeaubonnen heeft gekregen van de gemeenten. [gedaagde 1] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van het Regionaal Energieloket.
3.4. [gedaagde 2] voert het volgende verweer. [gedaagde 2] stond wel ingeschreven op het adres dat als afleveradres is gebruikt, maar is niet betrokken geweest bij het aanvragen van de cadeaubonnen en het bestellen van de producten. Het Regionaal Energieloket heeft ook nooit contact met hem gezocht over deze kwestie.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

gedaagde [gedaagde 2]4.1. [gedaagde 2] betwist dat hij de cadeaubonnen heeft aangevraagd en de producten heeft besteld, die zijn afgeleverd op zijn adres. Hij sluit zich voor het overige aan bij het door [gedaagde 1] gevoerde verweer. Het Regionaal Energieloket stelt dat ook op naam van [gedaagde 2] een cadeaubon is aangevraagd op een adres, dat het oude woonadres is van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] . Daarnaast heeft het Regionaal Energieloket erop gewezen dat bij de aanvraag van de cadeaubonnen ook e-mailadressen zijn gebruikt waarin de naam is vermeld van de (voormalige) eenmanszaak van [gedaagde 2] . Gelet hierop, heeft [gedaagde 2] onvoldoende gemotiveerd betwist dat hij bij de aanvragen betrokken is geweest. Hetgeen hierna wordt overwogen ten aanzien van [gedaagde 1] , geldt daarom eveneens voor [gedaagde 2] .
tekortkoming (wanprestatie)
4.2.
[gedaagde 1] erkent dat zij meer dan 200 cadeaubonnen heeft aangevraagd op naam van verschillende personen, waarmee zij energiebesparende producten heeft laten bezorgen op haar eigen adres. Tussen partijen is in geschil of [gedaagde 1] hiermee de actievoorwaarden van het Regionaal Energieloket heeft geschonden.
4.3.
Volgens het Regionaal Energieloket heeft [gedaagde 1] de artikelen 7, 9, 13 en 22 van de actievoorwaarden geschonden. Het Regionaal Energieloket stelt daartoe het volgende. Met ‘Inwoner’ wordt in de overeenkomst de persoon bedoeld aan wie de cadeaubonnen zijn toegezonden. Dat is in dit geval [gedaagde 1] . Op grond van artikel 7 van de actievoorwaarden mochten de energiebesparende maatregelen enkel in, aan of op de woning van de Inwoner worden toegepast. Aangezien [gedaagde 1] niet alle bestelde producten kan hebben gebruikt in haar eigen woning, heeft zij in strijd gehandeld met artikel 7. Ook is het handelen van [gedaagde 1] in strijd met artikel 13, dat bepaalt dat de cadeaubonnen niet overdraagbaar zijn. Het is daarnaast op grond van artikel 22 niet toegestaan om met de cadeaubonnen producten te bestellen met de bedoeling deze aan anderen over te dragen. Verder mochten de producten op grond van artikel 9 alleen op het factuuradres worden gebruikt. De bestellingen zijn gedaan met meer dan 200 verschillende namen en factuuradressen en de ontvangen producten zijn niet op die adressen gebruikt, aldus het Regionaal Energieloket.
4.4.
[gedaagde 1] betwist dat zij de actievoorwaarden heeft geschonden. Zij is eigenaar of huurder van de woning op het adres waarop de producten zijn besteld, de cadeaubonnen zijn niet overgedragen en alle energiebesparende maatregelen zijn uitgevoerd, aldus [gedaagde 1] .
4.5.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde 1] in ieder geval in strijd met artikelen 9 en 22 van de actievoorwaarden heeft gehandeld. Op grond van artikel 9 mochten de bestelde producten immers alleen worden gebruikt op het factuuradres en dat is met de door [gedaagde 1] bestelde producten niet gebeurd. [gedaagde 1] heeft weliswaar aangevoerd dat zij de producten heeft besteld voor buurtbewoners, maar deze buurtbewoners wonen niet op de door haar gebruikte factuuradressen. De factuuradressen liggen namelijk in de gemeenten Eindhoven, Zutphen, Roosendaal, Ouder-Amstel en Aalsmeer. Hieruit volgt ook dat [gedaagde 1] de cadeaubonnen heeft gebruikt voor een ander doeleinde dan waarvoor deze waren uitgegeven, waarmee zij in strijd heeft gehandeld met artikel 22 van de actievoorwaarden. De cadeaubonnen waren tenslotte bedoeld voor het aanschaffen van energiebesparende producten ten behoeve van de woningen van de inwoners van de betreffende gemeenten.
4.6.
Door te handelen in strijd met artikel 9 en 22 van de actievoorwaarden is [gedaagde 1] tekort geschoten. Zij is als gevolg daarvan verplicht de schade te vergoeden die het Regionaal Energieloket daardoor heeft geleden.
4.7.
Het feit dat het mogelijk was bij het bestellen van de producten een afwijkend afleveradres in te voeren, doet aan het voorgaande niet af. Artikel 9 en 22 van de actievoorwaarden golden immers ook wanneer de producten op een ander adres werden afgeleverd. Dat het mogelijk was de producten te laten bezorgen op een ander adres, maakt niet dat deze vervolgens ook op een ander adres dan het factuuradres gebruikt mochten worden. Mogelijk heeft [gedaagde 1] bedoeld aan te voeren dat bij haar de gerechtvaardigde verwachting is ontstaan dat dit wel was toegestaan, doordat het mogelijk was een afwijkend afleveradres in te voeren. Dit verweer kan echter niet slagen, omdat in de actievoorwaarden duidelijk is vermeld dat de producten alleen gebruikt mochten worden op het factuuradres.
4.8.
Dat het Regionaal Energieloket eerder aan de bel had moeten trekken, zoals [gedaagde 1] heeft aangevoerd, maakt het oordeel ook niet anders. Dat 200 producten naar één adres zijn verzonden had voor Regionaal Energieloket reden kunnen zijn om een onderzoek in te stellen. Maar in verhouding met de handelingen van Dijksta – het in strijd met de actievoorwaarden bemachtigen van een groot aantal cadeaubonnen – maakt dat niet dat geen sprake meer is van een tekortkoming of dat op grond van eigen schuld een deel van de schade voor rekening van Regionaal Energieloket behoort te blijven.
4.9.
Het verweer van [gedaagde 1] tot slot dat het Regionaal Energieloket niet heeft aangetoond dat alle bestellingen door [gedaagde 1] zijn ontvangen, slaagt evenmin. Ook als [gedaagde 1] niet alle producten zou hebben ontvangen heeft zij nog steeds in strijd met artikel 9 en 22 van de actievoorwaarden gehandeld door bij de bestellingen gebruik te maken van de namen en adressen van andere personen. Bovendien had [gedaagde 1] de producten bij juiste ontvangst niet op het factuuradres kunnen gebruiken aangezien zij niet de bewoner daarvan is. Ook heeft [gedaagde 1] de cadeaubonnen, ook als zij de bestellingen niet heeft ontvangen, nog steeds gebruikt met een ander doeleinde dan waarvoor deze zijn uitgegeven.
schade4.10. [gedaagde 1] betwist dat het Regionaal Energieloket schade heeft geleden door haar handelen. Zij voert aan dat alle energiebesparende maatregelen zijn uitgevoerd en dat het Regionaal Energieloket bovendien de gelden voor de cadeaubonnen had gekregen van de betreffende gemeenten. Het Regionaal Energieloket stelt hiertegenover dat zij de corresponderende waarde van de cadeaubonnen aan de gemeenten heeft moeten vergoeden, om deze schadeloos te stellen. Hier heeft [gedaagde 1] niet meer op gereageerd. Bij deze stand van zaken heeft het Regionaal Energieloket naar het oordeel van de kantonrechter haar schade voldoende onderbouwd en zal deze worden toegewezen voor € 14.242,99.
4.11.
De gevorderde wettelijke handelsrente is niet toewijsbaar, omdat het niet gaat om een vertraging van de primaire betalingsverplichting. In plaats daarvan wordt de wettelijke rente toegewezen, met ingang van de datum dagvaarding, zoals gevorderd.
buitengerechtelijke incassokosten
4.12.
Regionaal Energieloket vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Regionaal Energieloket heeft aan [gedaagde 1] een aanmaning verstuurd die niet voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 Burgerlijk Wetboek. In de aanmaning is namelijk geen betalingstermijn van veertien dagen gegeven die ingaat op de dag na ontvangst van de aanmaning door [gedaagde 1] , maar veertien dagen na dagtekening van de aanmaning. Dit is wel vereist op grond van artikel 6:96 lid 6 Burgerlijk Wetboek (Hoge Raad 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom afgewezen.
afronding, proces- en nakosten
4.13.
Zoals onder 4.1 is overwogen geldt hetgeen ten aanzien van [gedaagde 1] is overwogen ook voor [gedaagde 2] . Dit betekent dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] veroordeeld worden de schade van € 14.242,99 aan het Regionaal Energieloket te vergoeden.
4.14.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn de partijen die ongelijk krijgen en zij zullen daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Regionaal Energieloket als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
111,11
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
792,00
(2,0 punten × € 396,00)
Totaal
2.287,11
4.15.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] om aan Regionaal Energieloket te betalen een bedrag van € 14.242,99, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over het toegewezen bedrag, met ingang van 8 juni 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de proceskosten, aan de zijde van Regionaal Energieloket tot dit vonnis vastgesteld op € 2.287,11, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de dag van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op
€ 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de explootkosten als [gedaagde 1] en [gedaagde 2] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, kantonrechter, bijgestaan door mr. J.M. Eisenhardt, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2023.