In deze uitspraak heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld over het beroep van eiseres tegen de omgevingsvergunning die was verleend voor het realiseren van een dakterras op een uitbouw aan de achterzijde van de woning van de vergunninghoudster. Eiseres, buurvrouw van de vergunninghoudster, was van mening dat de vergunning in strijd was met haar privacy, omdat het dakterras uitzicht bood op haar tuin. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning was verleend op basis van een kruimelbepaling, die het mogelijk maakt om af te wijken van het bestemmingsplan, mits er geen strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
De rechtbank heeft de zitting op 7 februari 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van de betrokken partijen aanwezig waren. Eiseres heeft geen beroepsgronden aangevoerd tegen het onderdeel 'bouwen', maar heeft wel betoogd dat er sprake was van een evident privaatrechtelijke belemmering, omdat het dakterras zich binnen de twee meter-grens van de erfafscheiding bevond. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, met name artikel 5:50 van het Burgerlijk Wetboek, in overweging genomen en geconcludeerd dat er inderdaad sprake was van een evident privaatrechtelijke belemmering.
De rechtbank heeft het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam vernietigd, omdat het in strijd was met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft het college opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres. Tevens is het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht en de proceskosten aan eiseres, die in totaal € 1.674,- bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 maart 2023.