ECLI:NL:RBAMS:2023:3604

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
13/195920-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in een zaak van verkrachting met tegenstrijdige verklaringen en onvoldoende bewijs

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde verkrachting van de aangeefster. De zaak kwam voor de rechtbank na een zitting op 23 mei 2023, waar de officier van justitie, mr. N. Levinsohn, een gevangenisstraf van 30 maanden eiste. De aangeefster had verklaard dat de verdachte haar onder bedreiging met een mes had gedwongen tot seksuele handelingen op 31 oktober 2018. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verklaringen van de aangeefster op belangrijke punten inconsistent zijn en onvoldoende steunbewijs aanwezig is om de beschuldigingen te onderbouwen. De rechtbank benadrukte dat in zedenzaken vaak slechts twee personen aanwezig zijn, waardoor de verklaring van het vermeende slachtoffer niet als enige bewijs kan dienen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de aangeefster, hoewel gedetailleerd, niet consistent waren en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De emotionele toestand van de aangeefster na het incident en andere getuigenverklaringen konden niet als steunbewijs worden aangemerkt. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het ten laste gelegde niet bewezen te verklaren en de verdachte vrij te spreken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/195920-22
Datum uitspraak: 6 juni 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1961,
wonende op het adres [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N. Levinsohn en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. N.R. Pronk naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 31 oktober 2018 te Amsterdam door geweld en/of (een) (andere) feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster] , hebbende verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of de anus van die [aangeefster] geduwd en/of gebracht
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [aangeefster] een mes heeft getoond en of voorgehouden en/of in haar richting heeft gehouden en/of
- aan de haren van die [aangeefster] heeft getrokken en/of
- tegen die [aangeefster] heeft geschreeuwd dat zij haar kleren uit moest trekken.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Vrijspraak

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het op schrift gestelde requisitoir – gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde. Zij heeft aangevoerd dat de verklaringen van aangeefster betrouwbaar zijn. Aangeefster heeft in de kern consistent verklaard. Dat zij onder invloed was, maakt haar verklaringen niet minder betrouwbaar. Daarnaast worden haar verklaringen voldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. De verklaringen van verdachte zijn daarentegen niet betrouwbaar, nu deze geen steun vinden in het dossier. De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest, wordt opgelegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Verdachte ontkent dat de seks onder dwang heeft plaatsgevonden en de verklaringen van verdachte en aangeefster daarover staan lijnrecht tegenover elkaar. De verklaringen van aangeefster zijn onvoldoende betrouwbaar gelet op haar drugsgebruik, leugens over andere zaken en tegenstrijdigheden in de verschillende verklaringen die aangeefster heeft afgelegd. Daarnaast is er onvoldoende steunbewijs aanwezig. Voorts kan het alternatieve scenario van verdachte niet door bewijsmiddelen in het dossier worden weerlegd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijs in zedenzaken
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de rechtbank voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het gegeven dat slechts twee personen aanwezig waren bij de ten laste gelegde seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Bij een ontkennende verdachte brengt dit in veel gevallen mee dat slechts de verklaring van het vermeende slachtoffer als wettig bewijsmiddel kan dienen. Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechtbank niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Voor een bewezenverklaring dient dan ook sprake te zijn van steunbewijs, afkomstig van een andere bron dan het vermeende slachtoffer. In zedenzaken kan een geringe mate van steunbewijs in combinatie met een betrouwbare verklaring van het slachtoffer voldoende wettig bewijs opleveren.
4.3.2
Feiten en omstandigheden
Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat aangeefster en verdachte elkaar kenden van de straat en vaker samen drugs hebben gebruikt in de woning van verdachte. Op de avond van 31 oktober 2018 is aangeefster bij verdachte in zijn woning geweest en hebben ze samen drugs gebruikt. Zij rookten cocaïne/crack. Ook staat vast dat aangeefster en verdachte op enig moment zowel vaginale als anale seks hebben gehad. Rond 23.00 uur heeft aangeefster haar moeder het volgende WhatsApp-bericht gestuurd: “Mama help mij asjeblieft.” Om 23.27 uur heeft zij haar moeder geappt: “Zit opgeslotrn” en “Hij verkracht me in me kont.” Aangeefster heeft rond 23.10 uur haar werkgever gebeld en hem verteld dat hij haar moest komen helpen omdat ze was verkracht en werd vastgehouden. Zij heeft aan de vrouw van haar werkgever haar locatie doorgestuurd, waarna haar werkgever samen met een collega naar de woning van verdachte is gegaan. Op enig moment heeft aangeefster verdachte gestoken met een mes uit de keuken van de woning. Zij is vervolgens naakt naar buiten gegaan, waar haar werkgever en de collega haar hebben opgevangen.
4.3.3
Verklaringen van aangeefster en verdachte
Aangeefster heeft in haar aangifte verklaard dat zij op 31 oktober 2018 rond 18.00 uur of 19.00 uur bij verdachte thuis is geweest en dat zij toen wat basepijpjes hebben gerookt. Er was ook een andere man bij, die op een gegeven moment door verdachte naar boven werd gestuurd. Verdachte begon seksueel getinte opmerkingen tegen aangeefster te maken. Zij is op enig moment naar een vriend gegaan, waar zij samen met de vriend vier of vijf basepijpjes rookte. Na enkele uren is aangeefster weer naar verdachte gegaan, omdat ze nog geld van hem zou krijgen. Toen aangeefster bij verdachte op de bank zat, deed verdachte de deur op slot. Hij begon weer geile opmerkingen te maken. Toen aangeefster naar de wc ging, liep verdachte met haar mee en pakte hij een mes uit de keuken. Aangeefster zei dat ze naar huis ging, maar verdachte nam haar mee naar de slaapkamer, waar zij opnieuw twee basepijpjes hebben gerookt. Verdachte pakte het mes, hield het voor de borst van aangeefster en zei dat zij haar kleding uit moest doen. Verdachte begon te schreeuwen en dreigde met het mes. Aangeefster en verdachte kleedden zich uit en aangeefster moest verdachte pijpen, maar aangeefster wilde dat niet. Verdachte zei dat aangeefster op het bed moest gaan liggen. Verdachte ging bovenop aangeefster liggen, waarna aangeefster vroeg of hij van haar af wilde gaan. Verdachte trok de benen van aangeefster uit elkaar, stopte zijn lul in haar vagina en ging heen en weer. Hij likte ook de borsten van aangeefster. Aangeefster huilde en schreeuwde en toen stopte hij. Toen hij stopte, pakte hij het mes weer en zei hij dat aangeefster zich moest omdraaien. Hij trok haar aan haar middel omhoog zodat aangeefster op haar knieën op het bed zat en pakte haar toen in haar anus. Aangeefster schreeuwde en had veel pijn en zei dat ze naar de wc moest. Ze heeft toen stiekem haar telefoon van onder het matras vandaan gepakt en meegenomen naar de wc, waar zij fluisterend haar baas belde en haar locatie naar diens vrouw stuurde. Zij is in totaal ongeveer drie keer naar het toilet gegaan, steeds als verdachte met zijn pijp bezig was, en heeft ook haar moeder en stiefvader geappt. Verdachte heeft haar nogmaals anaal verkracht. Ondertussen werd er op de deur geklopt. Toen er nogmaals werd geklopt, liep verdachte naar de gang, waarna aangeefster het mes pakte. Toen verdachte op aangeefster afliep, heeft aangeefster hem meermaals gestoken. Aangeefster is naar de woonkamer gegaan en daarna naar buiten. Gek genoeg zat de sleutel toen wel in de deur van het halletje, want aangeefster had eerder gezien dat verdachte de sleutel in zijn broekzak had gedaan.
Verdachte heeft ontkend dat hij aangeefster heeft verkracht. Volgens hem kwam aangeefster vaker bij hem thuis en hebben zij vaker op initiatief van aangeefster seks gehad in ruil voor drugs. De eerste keer dat aangeefster op de avond van 31 oktober 2018 bij verdachte was, hebben zij cocaïne gerookt en seks gehad. Ze hadden zowel vaginale seks als anale seks, maar dat laatste wilde verdachte liever niet omdat het stonk. De telefoon van aangeefster ging de hele tijd en ze zei dat ze even weg moest. Toen aangeefster later op de avond terugkwam, hebben ze weer cocaïne gerookt. Aangeefster trok haar kleding uit en ze zijn samen naar de slaapkamer gegaan en hebben weer seks gehad. Op enig moment is aangeefster naar het toilet gegaan. Zij heeft toen een mes uit de keuken gepakt en verdachte daarmee gestoken. Daarna huilde ze en zei ze sorry tegen verdachte en ze zei ook dat ze niet wist waarom ze hem gestoken had. Volgens verdachte stuurde aangeefster steeds berichten op haar telefoon en heeft zij die ook meegenomen naar de wc. Verdachte heeft ontkend dat aangeefster werd vastgehouden en heeft ter terechtzitting verklaard dat de deuren in de woning open waren.
4.3.4
Betrouwbaarheid verklaring aangeefster
Voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster is het van belang of zij gedetailleerd en consistent heeft verklaard.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van aangeefster weliswaar gedetailleerd zijn, maar dat deze op een aantal belangrijke punten tegenstrijdig zijn. Zo heeft aangeefster ter plaatse tegen de verbalisant verklaard dat verdachte haar het mes op de keel zette en dat zij het mes heeft afgepakt, waarna zij hem stak. Ook in het informatief gesprek zeden heeft aangeefster verklaard dat zij het mes van verdachte heeft afgepakt en hem toen heeft gestoken. In haar aangifte heeft zij echter een andere situatie geschetst, namelijk dat het mes in de slaapkamer lag toen verdachte naar de gang liep en dat aangeefster dat toen heeft gepakt en verdachte heeft gestoken toen hij terug kwam en op haar afliep. De rechtbank is van oordeel dit geen tegenstrijdigheid op detailniveau betreft, maar dat het gaat om een essentieel onderdeel van de verklaringen. Het is niet zonder meer aannemelijk dat men zich zou vergissen in het moment waarop en de situatie waarin een mes kan worden afgepakt en de ander kan worden neergestoken. Voorts bevatten de verklaringen van aangeefster tegenstrijdigheden met betrekking tot wie haar kleding heeft uitgetrokken. Volgens de verklaring van aangeefster ter plaatse heeft verdachte haar broek en sokken uitgedaan, terwijl zij bij het informatief gesprek en de aangifte heeft verklaard dat zij zelf haar kleding heeft uitgetrokken en dat verdachte alleen haar sokken heeft uitgedaan. Tenslotte heeft aangeefster verklaard dat verdachte de (tussen)deur op slot deed, terwijl zij ook heeft verklaard dat ze naar het toilet wilde gaan omdat ze dan via de achterdeur weg kon. Zij is 3 maal -ook alleen- naar de wc geweest en heeft toen haar telefoon meegenomen om haar moeder en baas te bellen. Hieruit leidt de rechtbank af dat zij zich vrijelijk in de woning kon bewegen en dat zij de beschikking had over haar telefoon. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verklaringen van aangeefster op relevante onderdelen inconsistenties vertonen.
4.3.4
Steunbewijs?
Naast de inconsistenties in de verklaringen van aangeefster, is de rechtbank van oordeel dat die verklaringen onvoldoende worden ondersteund door andere bewijsmiddelen, zodat niet wettig en overtuigend kan worden vastgesteld dat verdachte aangeefster op 31 oktober 2018 heeft verkracht.
Allereerst zijn de omstandigheden die door de officier van justitie zijn aangevoerd als steunbewijs zowel ondersteunend voor het verhaal van aangeefster als voor het verhaal van verdachte. Door de officier van justitie is als ondersteunend bewijs onder meer de emotionele toestand waarin aangeefster werd aangetroffen naar voren gebracht. De werkgever en de collega van aangeefster hebben verklaard dat aangeefster van slag was en dat ze helemaal van de wereld was. Volgens de ter plaatse gekomen verbalisant was aangeefster warrig en kwam zij onberekenbaar over. Hoewel de emotionele staat van aangeefster vlak na het incident erop zou kunnen wijzen dat er inderdaad seksueel misbruik heeft plaatsgevonden, zou dit ook verklaard kunnen worden doordat zij onder invloed was van crack. [1] De stiefvader van aangeefster heeft verklaard dat aangeefster haar moeder een week eerder geëmotioneerd had gebeld en de werkgever van aangeefster heeft verteld dat zij op dat moment ook crack had gerookt en paniekaanvallen had gekregen. Gelet op het voorgaande kan de emotionele toestand van aangeefster na het incident niet als ondersteunend voor haar verklaring worden aangemerkt, nu deze toestand eveneens door het drugsgebruik kan zijn ontstaan. Ook de verklaring van getuige [getuige] dat hij geschreeuw en gekreun hoorde, kan zowel het scenario van aangeefster als het scenario van verdachte ondersteunen. Hoewel het ondersteunend kan zijn voor de verklaring van aangeefster dat zij heeft geschreeuwd toen zij werd verkracht, kunnen deze geluiden ook worden verklaard door vrijwillige seks tussen verdachte en aangeefster. Verder kunnen deze geluiden ook worden verklaard door de daarop volgende escalatie van de situatie en het steekincident. [getuige] is immers naar aanleiding van het geschreeuw gaan kijken en heeft verdachte toen met een mes in het halletje aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring derhalve niet als steunbewijs voor de verklaring van aangeefster kan worden aangemerkt.
Voorts kunnen de door aangeefster verstuurde berichten en het telefoongesprek onvoldoende steun bieden aan haar verklaring, nu elementen hiervan strijdig lijken te zijn met de situatie die door aangeefster is geschetst. Zo heeft aangeefster verklaard dat zij haar telefoon stiekem meenam naar het toilet om daar hulp in te schakelen. Ook zou zij berichten hebben gestuurd terwijl verdachte met de basepijp bezig was. Uit de verklaring van verdachte blijkt echter dat hij ervan op de hoogte was dat aangeefster steeds, ook tijdens de seks, met haar telefoon bezig was en berichten stuurde en dat zij haar telefoon had meegenomen naar het toilet. Voorts blijkt ook uit een bericht van de stiefvader van aangeefster dat zij al online was op Whatsapp voordat zij hem een bericht stuurde dat ze hulp nodig had. Zo stuurde de stiefvader van aangeefster haar om 23.01.59 uur: “Wel online komen en niet reageren”. Om 23.02.16 uur stuurde aangeefster terug: “Je moet me helpen.” Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat aangeefster gedurende de avond steeds de beschikking over haar telefoon heeft gehad. Dit is opvallend in het licht van de verklaring van aangeefster dat verdachte haar in de gaten hield, bedreigde en dwong tot het ondergaan van seksuele handelingen. Daarnaast doet dit ook de vraag rijzen waarom aangeefster pas rond 23.00, pas nadat zij een bericht kreeg van haar stiefvader dat ze te laat thuis was, berichten naar haar stiefvader, moeder en werkgever stuurde dat zij hulp nodig had, terwijl zij kennelijk makkelijk bij haar telefoon kon en meermaals naar het toilet kon gaan.
Naar het oordeel van de rechtbank biedt het dossier ook voor het overige onvoldoende ondersteuning voor de verklaring van aangeefster. Gelet op al het voorgaande concludeert de rechtbank dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte zal daarvan dan ook worden vrijgesproken.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.M.L.A.T. Doll, voorzitter,
mr. M.E.M. James-Pater en mr. E. Biçer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. Willeboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 6 juni 2023.

Voetnoten

1.www.jellinek.nl/informatie-over-alcohol-drugs/drugs/basecoke-crack/risicos/