5.4.verklaart dit vonnis wat betreft de proces- en nakostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schaberg, rechter, bijgestaan door mr. R. Hafith, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023.
De relevante artikelen in de
statutenvan VHOK zijn:
STATUTEN VAN DE VEREENIGING VAN HANDELAREN IN OUDE KUNST IN NEDERLAND
1. De vereniging heeft ten doel: de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van haar leden in de uitoefening van hun bedrijf en het bevorderen van de kwaliteit van het beroep van handelaar in (oude) kunst en/of antiek alsmede datgene, dat hiermee in de meest ruime zin verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn.
(…)
1. Het bestuur is bevoegd een gewoon lid te schorsen voor een periode van drie maanden, in geval dat lid:
(…)
a. bij herhaling handelt in strijd met de verplichtingen, welke zijn lidmaatschap met zich meebrengen;
b. handelt of zich gedraagt, zodanig dat daardoor de belangen van de vereniging worden geschaad of redelijkerwijs geschaad dreigen te worden; (…).
5. Tegen een schorsing kan beroep worden ingesteld volgens het stramien bij opzegging en ontzetting.
Artikel 8.
Beroep tegen opzegging en ontzetting
1. Tegen opzegging en ontzetting door het bestuur staat beroep open op de ledenvergadering;
(…)
De regels van gedrag door leden in acht te nemen bij de uitoefening van hun beroep of bedrijf zullen nader worden vastgesteld bij huishoudelijk reglement.
Zij zijn erop gericht dat de uitoefening van het beroep/ bedrijf van handelaar in (oude) kunst en/of antiek en het verrichten van alles dat daarmee samenhangt slechts dient te geschieden met deskundigheid en met inachtneming van de zorgvuldigheid, welke in de samenleving betaamt, omdat aldus de belangen van de marktpartijen het best worden gediend.
Artikel 22.
Scheidsgerecht
Handhaving van de gedragsregels vindt plaats middels een scheidsgerecht.
Het scheidsgerecht kan ook in algemene voorwaarden worden aangewezen als bevoegd orgaan bij geschillen tussen leden en niet-leden.
De inrichting en het functioneren van dit scheidsgerecht zullen nader worden geregeld bij huishoudelijk reglement.
Artikel 25.
Huishoudelijk reglement
1. De algemene vergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, het bedrag van de contributies en entreegelden, de werkzaamheden van het bestuur, de vergaderingen, de wijze van uitoefening van het stemrecht en alle verdere onderwerpen, waarvan een nadere regeling gewenst is.
(…)
De relevante artikelen in het
huishoudelijk reglement, met bijlagen I en IIvan VHOK zijn:
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
ex artikel 25 van de statuten
Artikel 6.
Beroep inzake toelating, schorsing, opzegging, ontzetting
1. Van bestuursbesluiten als bedoeld in art. 4 lid 6, art. 6 lid 1 en art. 8 lid 1 staat beroep open op de ledenvergadering.
(…)
Ingevolge art. 2 lid 2 sub c. van de statuten zijn om te beginnen gedragsregels ingesteld.
Deze zullen als bijlage I worden toegevoegd aan dit reglement, waarvan zijn onlosmakelijk deel uitmaken.
Ingevolge art. 2 lid 2 sub c. van de statuten is een scheidsgerecht ingesteld.
Het scheidsgerecht is belast met geschillen inzake de handhaving van de gedragsregels.
Het scheidsgerecht kan ook worden ingeschakeld bij geschillen tussen de leden onderling.
Verder kan het scheidsgerecht worden ingeschakeld bij geschillen tussen leden en niet-leden.
Tenslotte kan het scheidsgerecht in laatstgenoemde geschillen worden bevoegd gemaakt krachtens arbitraal beding in door leden te hanteren algemene voorwaarden.
Inrichting en functioneren van het scheidsgerecht zal worden geregeld in bijlage II bij dit reglement, waarvan zij onlosmakelijk deel uitmaken.
BIJLAGE I bij art. 7 van het Huishoudelijk Reglement bij de Statuten van de Vereeniging
van Handelaren in Oude Kunst in Nederland.
Deze regels gelden voor de leden van de vereniging en zij dienen door hen te worden inachtgenomen bij de uitoefening van hun beroep/bedrijf in Nederland of elders.
Zij dienen het doel als omschreven in art. 21 lid 2 van de statuten.
Het lid heeft de plicht, zijn ervaringen en zijn deskundigheid zonder terughouding ter beschikking te stellen, wanneer zijn mening wordt gevraagd, tenzij de verlangens van zijn opdrachtgever in strijd zijn met regels van behoorlijk gedrag.
Als zijn eigen belang of het belang van een derde zich met die plicht niet verdraagt, zal hij dit duidelijk maken aan zijn opdrachtgever of degene, die zijn raad inroept.
Het oordeel van de deskundige is zonder aanzien des persoons en zonder aanzien van enig ander persoonlijk belang dan dat van een eervolle beroepsuitoefening.
(…)
Over een lid, dat in strijd zou hebben gehandeld met deze regels, kan worden geklaagd.
Een klacht wordt ingediend bij de secretaris van de vereniging die zorgdraagt voor onverwijlde doorzending naar het scheidsgerecht als bedoeld in art. 22 van de statuten.
BIJLAGE II bij art. 8, lid 6 van het Huishoudelijk Reglement bij de Statuten van de
Vereeniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland.
Dit reglement is van toepassing wanneer leden naar arbitrage door dit Scheidsgerecht hebben verwezen, bijvoorbeeld in algemene voorwaarden, incidenteel c.q. anderszins arbitrage door het Scheidsgerecht tussen leden onderling of niet-leden zijn overeengekomen.
Ook de behandeling van klachten tegen leden inzake het eventueel niet hebben gehandeld overeenkomstig de gedragsregels kunnen op gemeenschappelijk verzoek door het Scheidsgerecht worden behandeld.
(…)
In geval van een geschil voor welks beslechting het Scheidsgerecht bevoegd is gemaakt, dient de meest gerede partij dit aanhangig te maken door middel van een brief aan het secretariaat der vereniging.
(…)
Het secretariaat zorgt voor onverwijlde doorzending naar de secretaris van het Scheidsgerecht.
De secretaris van het Scheidsgerecht zal de ontvangst daarvan terstond aan de eiser bevestigen.
(…)
Het Scheidsgerecht bestaat uit drie arbiters die elk een plaatsvervanger hebben.
De voorzitter en diens plaatsvervanger zijn onafhankelijke juristen met de hoedanigheid van mr. in het Nederlandse privaatrecht en zij worden telkens ad hoc benoemd door het bestuur van de vereniging.
De tweede arbiter en diens plaatsvervanger, die tevens als secretaris van het Scheidsgerecht zullen optreden, worden door de ledenvergadering telkens benoemd voor de duur van vijf jaar.
De derde arbiter en diens plaatsvervanger worden telkens, ad hoc en afhankelijk van de te behandelen zaak, gezocht in de museale of universitaire wereld en benoemd door het bestuur van de vereniging.
Een arbiter behoort onpartijdig en onafhankelijk te zijn en hij mag dus geen nauwe persoonlijke of zakelijke banden hebben met een der partijen, enig belang te hebben bij de afloop van het geding.
Arbiters mogen in geen enkel (voor)stadium van het geding hun mening over het hun (voor te leggen) voorgelegde geschil (hebben ge)geven.
Wanneer bij een der partijen gerechtvaardigde twijfel bestaat over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van (een der) arbiters kan hij deze(n) wraken.
De redenen voor wraking kunnen ook liggen in gebeurtenissen van voor zijn benoeming.
De wraking dient schriftelijk en gemotiveerd plaats te vinden door brieven aan de andere arbiters en de secretaris van het Scheidsgerecht en wel binnen één week nadat de samenstelling van het Scheidsgerecht bekend is geworden.
Vanaf dat moment is het geding geschorst.
Is er niet gewraakt volgens lid 3 hierboven, dan vervalt het recht om op enige grond nadien (ook bij de burgerlijke rechter) daarop een beroep te doen.
(…)
De arbiter, die zich niet binnen één week na wraking terugtrekt, wordt gehoord door het bestuur van de vereniging en door de overige arbiters.
Het bestuur kan ook partijen bij het geding horen.
In geval het bestuur de wraking afwijst, kan de meest gerede partij zich overeenkomstig Rv 1035 lid 2 wenden tot de President van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam.
(…)
13. Het geding is geschorst voor de tijd welke de vervanging duurt.
13. Afhankelijk van de omstandigheden kan het Scheidsgerecht bepalen dat een reeds lopende procedure (gedeeltelijk) opnieuw wordt behandeld.
9. Het vonnis dient te voldoen aan Rv.
(…)
23. Wanneer het vonnis betreft een klacht tegen een lid zijn de regels van dit reglement zoveel mogelijk van toepassing, dit naar oordeel van arbiters.
23. (…)
23. De klacht kan worden verklaard: ongegrond of gegrond.
23. Het bestuur zal dan worden geadviseerd tot het doen/geven van: niets, waarschuwing, berisping, ontzetting al dan niet onder het opleggen van een boete van ten hoogste € 22.690,-- ten voordele van de vereniging en/of ontneming van onrechtmatig genoten voordeel.
23. Een klacht kan ook inhouden een verzoek tot het uitspreken van schuldigheid zonder toepassing van straf.
23. Het bestuur van de vereniging is ook gerechtigd om een klacht tegen een lid in te dienen.
Artikel 16.
Toepasselijk recht
1. Het Scheidsgerecht spreekt recht volgens Nederlands recht.