ECLI:NL:RBAMS:2023:482

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
3 februari 2023
Zaaknummer
C/13/724233 / FA RK 22-6569
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bijstandsverhaal gemeente Amsterdam in relatie tot onderhoudsplicht van de vader voor minderjarige

Op 17 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam tegen de vader van een minderjarige. De gemeente verzocht om verhaal van de kosten van bijstand die aan de moeder van de minderjarige zijn verleend. De vader heeft een relatie gehad met de moeder en heeft de minderjarige erkend. De gemeente verleent sinds 18 mei 2021 bijstand aan de moeder, mede ten behoeve van de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 januari 2023 is de vader gehoord, evenals een vertegenwoordiger van de gemeente. De gemeente heeft een aangepaste berekening van de verhaalsbijdrage overlegd, die door de vader niet is betwist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader met ingang van 1 november 2022 een bedrag van € 173,- per maand aan de gemeente moet betalen, ten behoeve van de minderjarige. Tevens is vastgesteld dat de vader eerder te veel heeft betaald en dat de gemeente heeft toegezegd dit bedrag van € 102,- terug te betalen aan de vader. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/724233 / FA RK 22-6569 (LvB/KL)
Beschikking van 17 januari 2023 betreffende bijstandsverhaal
in de zaak van:
het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam,zetelende te Amsterdam,
verzoekende partij,
hierna te noemen: de gemeente,
tegen
[de vader] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek van de gemeente, met bijlagen 1 t/m 9, ingekomen op 24 oktober 2022;
  • de brief van de gemeente met bijlage 10.
1.2.
De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 17 januari 2023. Gehoord zijn: de heer [naam] van de zijde van de gemeente en de vader. De gemeente heeft tijdens de mondelinge behandeling een aangepaste berekening overlegd.

2.De feiten

2.1.
De vader heeft een relatie gehad met [de moeder] (hierna: de moeder). Uit de moeder is geboren:
-
[minderjarige],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2016 (hierna: [minderjarige] ).
2.2.
De vader heeft [minderjarige] erkend bij akte van 22 november 2019.
2.3.
De gemeente verleent sinds 18 mei 2021 bijstand aan de moeder. De bijstand wordt verleend mede ten behoeve van [minderjarige] .

3.Het verzoek

3.1.
De gemeente verzoekt verhaal van de kosten van bijstand op de moeder, mede ten behoeve van de uit de relatie van de vader en de moeder geboren minderjarige en het verzoek luidt, na wijziging:
- met ingang van 1 november 2022 de verhaalsbijdrage vast te stellen op € 173,- per maand, althans een zodanig bedrag als de rechtbank juist acht;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
Aan het verzoek legt de gemeente een besluit als bedoeld in artikel 62g, tweede lid, van de Participatiewet (Pw) van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente, genomen op 27 september 2022, ten grondslag.

4.De beoordeling

4.1.
De vader heeft - op verzoek van de gemeente - zijn loonspecificaties van de weken 39, 41, 42 en 43 (2022) aan de gemeente gestuurd. Op basis van het loon van de vader van die weken heeft de gemeente een berekening gemaakt.
De vader heeft de berekening niet betwist en is bereid om bij te dragen aan de kosten. Nu ter zitting is gebleken dat de vader en de moeder nimmer hebben samengewoond, heeft de gemeente de eerdere berekening van de bijdrage naar beneden bijgesteld.
4.2.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gewijzigde verzoek van de gemeente toewijzen. Dit betekent dat de vader met ingang van 1 november 2022 een bedrag van € 173,- per maand aan de gemeente moet betalen, ten behoeve van [minderjarige] .
4.3.
De rechtbank merkt op dat tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht dat de vader over de periode van 1 november 2022 tot heden reeds € 207,- per maand aan de gemeente heeft betaald. Nu de gemeente de hoogte van het bedrag naar beneden heeft gewijzigd, heeft de vader over de afgelopen maanden te veel betaald. De gemeente heeft tijdens de mondelinge behandeling toegezegd het te veel betaalde bedrag, een bedrag van in totaal € 102,-, terug over te maken aan de man. De vader heeft de gemeente daartoe zijn rekeningnummer gegeven.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
bepaalt dat de vader in zijn hoedanigheid van onderhoudsplichtige jegens de voornoemde minderjarige met ingang van 1 november 2022 een bedrag van € 173,- per maand aan de gemeente dient te betalen;
5.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van Berkum, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. K.E. Luijckx, griffier, op 17 januari 2023 [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).