In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 14 juli 2023, gaat het om een geschil tussen Papillon Pet Products B.V. en Scholtus Special Products B.V. over de beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst. Papillon had in augustus 2020 aangegeven de overeenkomst te willen beëindigen, waarna de feitelijke samenwerking in december 2020 stopte. Papillon vorderde schadevergoeding wegens tekortkomingen van Scholtus, terwijl Scholtus in reconventie aanspraak maakte op gemiste huurinkomsten en fees omdat Papillon zich niet aan de opzegtermijn had gehouden.
De rechtbank oordeelde dat partijen een beëindigingsovereenkomst hadden gesloten, waarin was afgesproken dat Papillon geen schadevergoeding zou vorderen en dat Scholtus geen aanspraak meer zou maken op huur en omzetfee over 2021. De rechtbank wees de vorderingen van Papillon af, omdat zij niet meer kon terugkomen op de gemaakte afspraken. Scholtus kreeg in reconventie een restantvordering toegewezen van € 2.651,13, die betrekking had op de afrekening per december 2020. De proceskosten werden toegewezen aan Scholtus, en de rechtbank compenseerde de kosten tussen partijen in reconventie, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.