ECLI:NL:RBAMS:2023:5979

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
27 september 2023
Zaaknummer
13/084244-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming tot overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 7 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Kantongerecht Kleve in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1999, die wordt verdacht van een strafbaar feit volgens Duits recht. De officier van justitie, mr. N.R. Bakkenes, heeft op 3 april 2023 een vordering ingediend tot behandeling van het EAB. Tijdens de zitting op 24 mei 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S. Drent, die zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit, wat betekent dat zijn overlevering kan worden toegestaan, mits er garanties zijn dat hij in Nederland zijn straf kan ondergaan. De Staatsanwaltschaft Kleve heeft op 5 mei 2023 een garantie gegeven dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling, terug naar Nederland zal worden overgebracht.

De rechtbank concludeert dat de voorwaarden voor overlevering zijn vervuld en staat de overlevering toe. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/084244-23
Datum uitspraak: 7 juni 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 3 april 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 27 maart 2023 door het Kantongerecht Kleve, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 24 mei 2023 in aanwezigheid van mr. N.R. Bakkenes, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Drent, advocaat in Diemen. De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel uitgevaardigd door het Kantongerecht Kleve (Duitsland) van 27 maart 2023 (dossiernummer: 14 Gs 82/23).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het feit niet aangeduid als feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, wanneer – kort gezegd - voldaan is aan het vereiste dat op het feit naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld en dat het feit ook naar Nederlands recht strafbaar is.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, hij deze straf in Nederland mag ondergaan.
De
Staatsanwaltschaft Kleve(Duitsland) heeft op 5 mei 2023 de volgende garantie gegeven:
It is assured that in the event of a final sentence to imprisonment without suspension on probation within the Federal Republic of Germany the wanted persons, (…), [opgeëiste persoon] (109 AR 110/23) (…), will be transferred back to the Netherlands according to the Council Framework Decision 2008/909/HA of 27th November 2008 (Convention on the Transfer of Sentenced Persons of 21st March 1983, if they do agree to this).
Naar het oordeel van de rechtbank is deze garantie voldoende, in aanmerking genomen dat Duitsland, net als Nederland, Kaderbesluit 2008/909/JBZ heeft geïmplementeerd en de verwijzing naar het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen dus op een kennelijke misslag berust.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 45 en 311 Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 5, 6 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het Kantongerecht Kleve (Duitsland) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. P. Sloot en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Reinders, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 7 juni 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.