Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[naam 2] , te [woonplaats 2] ,
2.
GJJ TRADING B.V., te Uithoorn,
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
€ 173,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 november 2023 geoordeeld dat een vrouw en haar bedrijf, een groothandel in consumentengoederen, gezamenlijk een schadevergoeding van ruim 318.000 euro moeten betalen. Dit bedrag is het gevolg van het profiteren van een schijnconstructie waarmee een schuld werd ontlopen. De eiseres, een besloten vennootschap, heeft in de procedure aangetoond dat de feitelijke zaakvoerder van de betrokken vennootschappen, GJJ Trading B.V. en GJJ Riooltechniek B.V., niet de formele bestuurder was, maar een derde partij, aangeduid als [naam 3]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden, waaronder [naam gedaagde], hebben geprofiteerd van de wanprestatie van [naam 3] en dat er sprake is van bijkomende omstandigheden die hun handelen onrechtmatig maken. De rechtbank heeft de schade begroot op € 102.250,00 voor GJJ Riooltechniek en € 137.500,00 voor GJJ Trading, plus een bedrag van € 78.350,00 voor de onterecht verkregen Porsche Panamera. De totale schadevergoeding die gedaagden aan de eiseres moeten betalen, bedraagt € 318.100,00. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 12.393,81. De uitspraak is gedaan in het kader van een civiele procedure en betreft een onrechtmatige daad, waarbij de wettelijke rente vanaf 20 april 2023 is toegewezen.