Op 7 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres, wonende te Abcoude, in beroep ging tegen de WOZ-beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen. De heffingsambtenaar had op 25 februari 2023 de WOZ-waarde van twee onroerende zaken vastgesteld op respectievelijk € 37.000 en € 349.000 voor het belastingjaar 2023. Eiseres maakte bezwaar tegen deze waarderingen, maar het bezwaar werd op 1 mei 2023 ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij de heffingsambtenaar zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. T.C. Wildenbeest.
Tijdens de zitting op 7 november 2023 heeft de rechtbank vastgesteld dat de besluitvorming van de heffingsambtenaar onzorgvuldig tot stand is gekomen. Eiseres had in een e-mail van 7 april 2023 aangegeven het niet eens te zijn met de WOZ-aanslag en verzocht om eerst telefonisch tot een oplossing te komen. De heffingsambtenaar heeft deze e-mail echter als een pro-forma bezwaarschrift aangemerkt en heeft zonder afspraak eiseres gebeld. Hierdoor voelde eiseres zich overvallen en kreeg zij geen kans om haar bezwaargronden adequaat te bespreken. De rechtbank oordeelde dat er niet gesproken kon worden van een zorgvuldig onderzoek in aanloop naar de uitspraak op bezwaar.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de bestreden uitspraak en droeg de heffingsambtenaar op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de heffingsambtenaar opgedragen het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden. De rechtbank benadrukte dat de bezwaarfase de meest geschikte fase is voor partijen om relevante feiten en waarderingen te bespreken, en dat eiseres de mogelijkheid heeft om haar argumenten nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door foto’s van de staat van de woning te overleggen.