ECLI:NL:RBAMS:2023:7723

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
13/100331-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in verzoek om aanvullende toestemming tot vervolging

Op 9 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarbij het Openbaar Ministerie (OM) een vordering had ingediend tot het in behandeling nemen van een verzoek om aanvullende toestemming voor uitbreiding van de vervolging. Dit verzoek was gedaan door het Hof van Beroep Antwerpen in België en betrof een persoon die in België gedetineerd was. De vordering van het OM was gebaseerd op artikel 14 van de Overleveringswet (OLW).

Echter, op 7 november 2023 heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering tot het in behandeling nemen van het verzoek om aanvullende toestemming werd ingetrokken, omdat de Belgische autoriteiten dit verzoek op 30 oktober 2023 hadden ingetrokken. De rechtbank heeft deze intrekking geaccepteerd en geconcludeerd dat het OM niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering.

De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de intrekking van het verzoek door de Belgische autoriteiten directe gevolgen heeft voor de ontvankelijkheid van het OM. De rechtbank heeft de beslissing op 9 november 2023 genomen, waarbij mr. O.P.M. Fruytier als voorzitter fungeerde, bijgestaan door mrs. P. Sloot en M. Wiewel als rechters, en mr. D. Gigengack als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en is te vinden op Rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/100331-23
Datum beslissing: 9 november 2023
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 18 april 2023, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen voor uitbreiding van de vervolging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, OLW. Dit verzoek is ingediend door het Hof van Beroep Antwerpen (België) op 23 januari 2023 en betreft:
[overgeleverde persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (België) op [geboortedag] 1982,
thans gedetineerd in België,
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

De officier van justitie heeft op 7 november 2023 gevorderd dat de vordering tot het in behandeling nemen van het verzoek om aanvullende toestemming wordt ingetrokken, nu de Belgische autoriteiten daartoe hebben verzocht bij bericht van 30 oktober 2023.
De intrekking van het verzoek leidt er toe dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het verzoek om aanvullende toestemming.

2.Beslissing

De rechtbank verklaart het Openbaar Ministerie
NIET-ONTVANKELIJKin zijn vordering tot het in behandeling nemen van het verzoek om aanvullende toestemming.
Deze beslissing is genomen op 9 november 2023 door:
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. P. Sloot en M. Wiewel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Gigengack, griffier.