ECLI:NL:RBAMS:2023:7946
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- L.Z. Achouak el Idrissi
- E.M. de Buur
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid voorzieningenrechter in bestuursrechtelijke zaken met betrekking tot maatschappelijke opvang
Op 8 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. C.G.M. de Groot, bezwaar had gemaakt tegen een mail van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Verzoeker had op 16 november 2023 bezwaar gemaakt tegen de mededelingen van verweerder over zijn toegang tot maatschappelijke opvang. De voorzieningenrechter ontving het verzoek om een voorlopige voorziening op 17 november 2023 en behandelde dit op 29 november 2023. Tijdens de zitting was de gemachtigde van verzoeker aanwezig, evenals een tolk en een begeleider, maar verweerder was niet vertegenwoordigd.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de mededelingen van verweerder over de toegang tot dag- en nachtopvang (dno) als besluiten moeten worden aangemerkt. Echter, omdat verzoeker feitelijk geen toegang had gekregen tot de dno, kon de voorzieningenrechter niet beoordelen of de opvang adequaat was. De voorzieningenrechter verklaarde zich onbevoegd, omdat het plaatsen van verzoeker op de wachtlijst voor opvang een feitelijke handeling is waartegen geen bezwaar en beroep openstaat bij de bestuursrechter. De civiele rechter is in dit geval bevoegd om te oordelen over de uitvoering van de maatwerkvoorziening.
De voorzieningenrechter merkte op dat verzoeker kwetsbaar is en theoretisch in aanmerking komt voor maatschappelijke opvang, maar dat hij nog steeds op straat leeft. De gemachtigde van verweerder was niet aanwezig op de zitting om mogelijke oplossingen te bespreken. De voorzieningenrechter vroeg verweerder om in overleg met de gemachtigde van verzoeker en zijn begeleidster zo snel mogelijk met een tijdelijke oplossing te komen. Uiteindelijk verklaarde de voorzieningenrechter zich onbevoegd en wees het verzoek om proceskostenveroordeling af. Verzoeker kreeg vrijstelling van het griffierecht toegewezen, omdat hij geen vermogen had en zijn inkomen onder de bijstandsnorm lag.