Op 7 juli 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen Commenda International B.V. en Shanan Company B.V. over bestuurdersaansprakelijkheid. Commenda vorderde betaling van een bedrag van € 25.692,57 van Shanan, die als bestuurder van verschillende vennootschappen had gefunctioneerd. Commenda stelde dat Shanan het vermogen van de vennootschappen zonder tegenprestatie had onttrokken, waardoor haar facturen niet waren voldaan. De rechtbank oordeelde dat Commenda onvoldoende had aangetoond dat er vermogen aan de vennootschappen was onttrokken in de periode dat Shanan bestuurder was. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat Shanan persoonlijk een ernstig verwijt kon worden gemaakt voor het niet nakomen van de verplichtingen van de vennootschappen. De rechtbank wees de vorderingen van Commenda af en veroordeelde haar in de proceskosten van Shanan, die op € 4.369,00 werden begroot. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf veertien dagen na de aanschrijving van het vonnis. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.