ECLI:NL:RBAMS:2023:8265

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
10321919 CV EXPL 23-1960
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen door Vattenfall en de rechtsgeldigheid van de overeenkomst

In deze zaak vordert de energiemaatschappij Vattenfall Sales Nederland N.V. bijna 12.000 euro aan onbetaalde facturen van een gedaagde die niet is verschenen. De overeenkomst waarop de vordering is gebaseerd, is telefonisch gesloten op 25 april 2018. Vattenfall moet aantonen wie het initiatief heeft genomen voor deze overeenkomst, aangezien de gedaagde als consument wordt beschouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Vattenfall moet verduidelijken of de gedaagde de overeenkomst telefonisch heeft aangevraagd of dat Vattenfall het initiatief heeft genomen. Dit is van belang omdat de wet vereist dat bij het sluiten van een overeenkomst op afstand bepaalde informatie moet worden verstrekt en dat de overeenkomst schriftelijk moet worden vastgelegd, tenzij de consument zelf het initiatief neemt.

De rechter heeft Vattenfall de gelegenheid gegeven om aanvullende informatie en bewijsstukken te overleggen, waaronder details over het telefoongesprek en de voorwaarden die van toepassing zijn op de overeenkomst. Tevens wordt Vattenfall gevraagd om een herberekening van de betalingsachterstand te maken, rekening houdend met de aanvangstarieven voor gas en elektriciteit. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 9 januari 2024, waarbij Vattenfall de akte ten minste twee weken voor de rolzitting aan de gedaagde moet sturen, ondanks het feit dat de gedaagde geen bekende woon- of verblijfplaats heeft.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rol voor uitlating en het overleggen van stukken door Vattenfall, en dat verdere beslissingen worden aangehouden tot dat moment.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10321919 CV EXPL 23-1960
vonnis van: 12 december 2023

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de naamloze vennootschap VATTENFALL SALES NEDERLAND N.V.

gevestigd te Amsterdam
eiseres, nader te noemen: Vattenfall
gemachtigde: mr. J.H.C.M. Peters
t e g e n

[gedaagde]

zonder bekende woon- en/of verblijfplaats in Nederland of daarbuiten
gedaagde, nader te noemen: [gedaagde]
niet verschenen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 31 oktober 2022, met producties, heeft Vattenfall een vordering ingesteld tegen [gedaagde] . Bij herstelexploot van 17 februari 2023 is de dagvaarding opnieuw aan [gedaagde] betekend. Het herstelexploot is openbaar betekend en gepubliceerd in de Staatcourant van 22 februari 2023.
[gedaagde] heeft geen uitstel verzocht en evenmin geantwoord, zodat tegen haar verstek is verleend. Daarna is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Vattenfall vordert [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 11.706,33 aan hoofdsom en € 892,06 aan buitengerechtelijke kosten, beide te vermeerderen met wettelijke rente en onder veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, waaronder de beslagkosten van € 1.284,43. Bij akte van 6 februari 2023 heeft Vattenfall de buitengerechtelijke kosten verminderd met € 550,-.
Vattenfall stelt dat zij op grond van een met [gedaagde] per telefoon op 25 april 2018 gesloten overeenkomst elektriciteit en gas heeft geleverd ten behoeve van het leveringsadres [adres] . De overeenkomst is bevestigd bij brief van 26 april 2018. Op de overeenkomst zijn de Algemene voorwaarden voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers 2017 van toepassing, die Vattenfall heeft overgelegd. [gedaagde] heeft volgens Vattenfall diverse facturen niet betaald.
Vastgesteld wordt dat [gedaagde] de overeenkomst als consument is aangegaan, zodat ambtshalve moet worden onderzocht of bedingen in de gesloten overeenkomst oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG (richtlijn oneerlijke bedingen) en of Vattenfall de op haar rustende informatieplichten ten tijde van het sluiten van de overeenkomst heeft nageleefd.
In artikel 6:230v lid 6 BW is bepaald dat de handelaar, bij het gebruik van de telefoon met als doel het sluiten van een overeenkomst op afstand, bepaalde mededelingen moet doen en voorts dat een overeenkomst tot het geregeld leveren van elektriciteit, water of stadsverwarming, die het gevolg is van dit telefoongesprek, schriftelijk wordt aangegaan. Als dat niet gebeurd is de overeenkomst op grond van artikel 3:39 BW nietig. De overeenkomst waarin een bestaande overeenkomst wordt verlengd of vernieuwd is uitgezonderd van het schriftelijkheidsvereiste en ook wanneer de consument op eigen initiatief de handelaar telefonisch benadert, hoeft de overeenkomst niet schriftelijk te worden gesloten en kan dat telefonisch (MvT,
Kamerstukken II2012/13, 33520, 3, p. 52 e.v.).
Het is aan de kantonrechter om (ambtshalve) te controleren of aan het constitutieve vereiste van artikel 6:230v lid 6 BW is voldaan. Vattenfall heeft gesteld dat de overeenkomst telefonisch is aangegaan, maar niet op wiens initiatief dat is gebeurd. Vattenfall moet dat verduidelijken en in het geval zij stelt dat het initiatief destijds van [gedaagde] is uitgegaan, moet zij dat, gelet op de eerdergenoemde consumentenbescherming, toelichten en staven met (bijvoorbeeld) een uitdraai van het informatiesysteem waaruit volgt dat [gedaagde] naar Vattenfall heeft gebeld en niet andersom.
Vattenfall krijgt de gelegenheid zich nader uit te laten over en stukken in het geding te brengen ter toelichting van de stelling dat [gedaagde] Vattenfall telefonisch heeft benaderd voor het sluiten van een overeenkomst. Het is aan Vattenfall om (onder meer) uiteen te zetten wanneer [gedaagde] heeft gebeld, met wie zij toen heeft gesproken en wat precies is besproken. De zaak wordt daartoe naar de rol verwezen.
In het kader van het toetsen van oneerlijke bedingen wordt Vattenfall tevens gevraagd in haar akte nader uiteen te zetten op welke bedingen uit de Algemene voorwaarden voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers 2017 zij in het kader van haar vordering een beroep doet dan wel een beroep had kunnen doen, bijvoorbeeld ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten en/of de rente.
In de betreffende algemene voorwaarden is in artikel 19 leden 3 en 4 tevens een prijswijzigingsbeding opgenomen:
3. Wij kunnen met elkaar afspreken dat wij de leveringstarieven mogen veranderen tijdens de overeenkomst. Redenen hiervoor zijn overheidsbesluiten op de markt voor elektriciteit of gas, waaronder prijsontwikkeling op de groothandelsmarkten voor elektriciteit of gas, wijzigingen met betrekking tot marge en prijs- en inkooprisico’s, Wijzigingen in de kostenstructuur voor het betreffende product en wijzigingen in onze algemene kosten-structuur. Ook andere, uitzonderlijke, omstandigheden kunnen een reden zijn om de leveringstarieven te veranderen, in dat geval zal deze reden duidelijk aan u worden uitgelegd.
4. Veranderen wij de leveringstarieven? Dan informeren wij u schriftelijk of digitaal. Wij informeren u tijdig voordat wij deze tarieven veranderen en wij melden dan ook dat u onze overeenkomst zonder vaste einddatum mag beëindigen. Daarvoor gelden wel deze voorwaarden. Deze bepaling geldt niet voor een wijziging van de tarieven door een wijziging van de overheidsheffingen of de belastingen.
Uit de stukken valt op te maken dat de tarieven gedurende de overeenkomst zijn gewijzigd. Met verwijzing naar het eerdere vonnis van de kantonrechter te Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2023:940) - waarin is geoordeeld dat alleen sprake is van een eerlijk prijswijzigingsbeding als is voldaan aan de daar genoemde vereisten - wordt het beding in onderhavige overeenkomst oneerlijk bevonden. Vattenfall krijgt de gelegenheid zich daarover uit te laten. Vattenfall wordt om proceseconomische redenen reeds nu verzocht een herberekening van de betalingsachterstand te maken, rekening houdend met de aanvangstarieven voor gas en elektriciteit, derhalve de tarieven zoals overeengekomen in de overeenkomst van 25 april 2018.
Vattenfall dient de toelichting en eventuele stukken tenminste twee weken voor de hierna te bepalen rolzitting aan [gedaagde] te sturen, met de mededeling dat zij op die rolzitting daarop mag reageren dan wel uitstel kan vragen en hoe en wanneer [gedaagde] uiterlijk moet reageren. Vattenfall wordt in dat kader verzocht naast de akte ook de mededeling/brief aan [gedaagde] in het geding te brengen. Wanneer niet kan worden vastgesteld dat de akte tijdig en/of met de juiste mededeling aan [gedaagde] is toegestuurd, wordt deze in beginsel buiten beschouwing gelaten. Nu [gedaagde] geen bekende woon- en/of verblijfplaats heeft wordt Vattenfall verzocht de toelichting en stukken te zenden aan het adres van de woning van [gedaagde] , zoals genoemd in punt 13 van de dagvaarding.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

BESLISSING

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rol van 9 januari 2024 te 10.00 uur voor uitlating en overleggen stukken aan de zijde van Vattenfall;
bepaalt dat Vattenfall de akte tenminste twee weken voor deze rolzitting aan [gedaagde] sturen, een en ander zoals in rov. 9 is bepaald;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.