ECLI:NL:RBAMS:2023:8994

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
C/13/725204 / HA ZA 22-933
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis benoeming deskundige in civiele procedure tussen Pearlpaint Group B.V. en Isynka B.V.

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 oktober 2023 een tussenvonnis gewezen in de zaak tussen Pearlpaint Group B.V. en BICCS Industrial Coating & Colourants B.V. als eiseressen, en Isynka B.V. (voorheen M.T.C. Kranz Beheer B.V.) en Indezon Werken B.V. als gedaagden. De rechtbank heeft een deskundige benoemd, de heer J. van Oerle, om onderzoek te verrichten naar de vraag of het bedrijfspand van Isynka voldeed aan de eisen van de Omgevingsvergunning uit 2004 op de datum van ondertekening van de overeenkomst op 15 februari 2021. De partijen hebben de gelegenheid gekregen om een gezamenlijk voorstel voor de deskundige te doen, maar hebben hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank heeft daarom zelf een deskundige gekozen en de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld. De rechtbank heeft ook de vragen geformuleerd die aan de deskundige worden voorgelegd, waarbij de nadruk ligt op de naleving van de wet- en regelgeving ten tijde van de vergunningverlening. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij hun procesdossier aan de deskundige moeten overhandigen. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de zaak is op de parkeerrol gezet voor 3 april 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/725204 / HA ZA 22-933
Vonnis van 4 oktober 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PEARLPAINT GROUP B.V.,
gevestigd te Hilversum,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BICCS INDUSTRIAL COATING & COLOURANTS B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseressen,
advocaat mr. M.R. Fidder te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ISYNKA B.V. (voorheen M.T.C. KRANZ BEHEER B.V.),
gevestigd te Rijswijk,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INDEZON WERKEN B.V.,
gevestigd te Breda,
gedaagden,
advocaat mr. J.A.J. Werner te Rotterdam.
De rechtbank noemt eiseressen hierna Pearlpaint en BICCS en de gedaagden samen Isynka c.s.

1.De procedure

1.1.
Partijen hebben de sinds het tussenvonnis van 21 juni 2023 (hierna: het tussenvonnis) de volgende stukken ingediend:
  • de akte uitlaten deskundigenrapportage van Pearlpaint,
  • de akte uitlaten van Isynka c.s.
1.2.
De rechtbank heeft daarna bepaald dat zij vandaag vonnis wijst.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Partijen hebben de gelegenheid gekregen een gezamenlijk voorstel te doen voor de te benoemen deskundige. Partijen hebben geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid. De rechtbank heeft daarom, zoals was aangekondigd in het tussenvonnis, zelf een deskundige uitgekozen. Dat is J. van Oerle, verbonden aan Peutz. Hij heeft verklaard vrij te staan tegenover partijen. Dat wil zeggen dat hij geen binding of bekendheid heeft met partijen en dat Peutz ook niet betrokken is (geweest) bij het geschil tussen partijen. Van Oerle is bereid het onderzoek te verrichten. De rechtbank zal hem dus als deskundige benoemen. De hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige wordt vastgesteld op het in de beslissing vermelde bedrag.
2.2.
Partijen hebben zich uitgelaten over de aan de deskundigen te stellen vragen.
Zij hebben voorstellen gedaan voor aanpassing van de vraagstelling zoals is geformuleerd in 4.6.2 van het tussenvonnis.
2.3.
Isynka c.s. hebben in totaal vijftien vragen (met subvragen) geformuleerd in plaats van de door de rechtbank voorgestelde vragen. Daarbij menen Isynka c.s. in het algemeen dat de vraag niet zou moeten zijn of werd voldaan aan de wet- en regelgeving, maar of kan worden vastgesteld dat daaraan
nietwerd voldaan. De rechtbank vindt het echter van belang om de vragen zo open mogelijk en zo min mogelijk sturend te formuleren. Als de deskundige tot de conclusie komt dat iets niet kan worden vastgesteld, zal de rechtbank daar bij de beoordeling van het deskundigenrapport aandacht aan besteden.
2.4.
De eerste drie door Isynka c.s. voorgestelde vragen gaan over de wet- en regelgeving en de eisen ten tijde van de vergunningverlening. De rechtbank ziet geen aanleiding om deze vragen expliciet over te nemen omdat deze al impliciet onderdeel uitmaken van vraag 1 en 2. Wel voegt de rechtbank de datum van de Omgevingsvergunning toe aan vraag 1 en 2, om duidelijk te maken dat moet worden getoetst aan de eisen die golden op die datum. Ook vragen 6 tot en met 9 maken al impliciet onderdeel uit van vragen 1 en 2.
2.5.
Ook de door Isynka c.s. voorgestelde vragen 4 en 5 neemt de rechtbank niet over. Het verwijt dat Pearlpaint Isynka c.s. maakt is dat het bedrijfspand niet voldeed aan de eisen uit de Omgevingsvergunning uit 2004. De vragen 4 en 5 zien echter op de eisen ten tijde van de Ondertekeningsdatum in 2021. Die zijn dus niet rechtstreeks van belang voor de vordering van Pearlpaint. Voor zover er desondanks relevante omstandigheden zijn ten tijde van de Ondertekeningsdatum, kan de deskundige die bij de beantwoording van de laatste vraag aan de orde stellen.
2.6.
Vragen 11, 12 en 14 van Isynka c.s. maken al impliciet onderdeel uit van vraag 3. Vraag 13 van Isynka c.s. en het voorstel van Pearlpaint tot een toevoeging aan vraag 3, geven de rechtbank aanleiding om vraag 3 enigszins te preciseren.
2.7.
Vragen 10 en 15 van Isynka c.s. over eventuele herstelkosten zijn nog niet aan de orde. Indien de deskundige aanleiding ziet hier opmerkingen over te maken, kan hij dat doen bij de beantwoording van de laatste vraag.
2.8.
De volgende vragen worden aan de deskundige gesteld:
1. Voldeden de binnen- en buitenmuren (inclusief deuren, ramen en gevels) en de staalconstructie van het Bedrijfspand op de Ondertekeningsdatum (15 februari 2021) aan de in de Omgevingsvergunning van 15 december 2004 opgenomen WBDBO?
2. Voldeed het dak van het Bedrijfspand op de Ondertekeningsdatum (15 februari 2021) aan de in de Omgevingsvergunning van 15 december 2004 opgenomen brandwerendheidseisen?
3. Voldeed de kachel van het Bedrijfspand, mede gelet op de plaats waar de kachel stond en de eigenschappen van de kachel, op de Ondertekeningsdatum (15 februari 2021) aan artikel 3.5e onder e Arbobesluit? [1]
4. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
2.9.
In de vorige beslissing is al aangekondigd dat Pearlpaint het voorschot op de kosten van de deskundige moeten deponeren (in 4.6.4 van het tussenvonnis).
2.10.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.11.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.12.
De rechtbank zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
2.13.
De rechtbank heeft in het vorige tussenvonnis al aangekondigd dat dit vonnis wordt gewezen door een andere rechter dan degene voor wie de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt tot deskundige:
De heer J. van Oerle,
Peutz,
bezoekadres:
[adres 1]
correspondentieadres:
[adres 2]
Tel: [telefoonnummer]
e-mail: [e-mailadres]
het voorschot
3.2.
bepaalt met het oog op de vaststelling van het voorschot op de kosten van de deskundige het volgende:
  • de deskundige dient
  • de griffie zal de opgave van de deskundige vervolgens toezenden aan partijen
  • partijen kunnen desgewenst
  • indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt, wordt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige reeds nu voor alsdan vastgesteld op het door de deskundige begrote bedrag,
  • indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, zal het voorschot worden vastgesteld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
3.3.
bepaalt dat Pearlpaint het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.4.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.5.
bepaalt dat Pearlpaint haar procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.6.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.7.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.8.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daaromverzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.9.
draagt de deskundige op om uiterlijk 3 maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.10.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.11.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.12.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van 3 april 2024,
3.13.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van Pearlpaint op een termijn van vier weken,
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schaberg, rechter, bijgestaan door mr. D.K.W. Collins, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023 door mr. M. Wouters, rechter.

Voetnoten

1.Artikel 3.5e van het Arbeidsomstandighedenbesluit: