ECLI:NL:RBAMS:2023:901
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- P. van Kesteren
- O.P.M. Fruytier
- B. Yeşilgöz
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor poging tot afpersing in vereniging en mishandeling
Op 21 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot afpersing en mishandeling in vereniging. De zaak kwam voor de rechtbank na een terechtzitting op 7 februari 2023, waar de officier van justitie, mr. D. Alsemgeest, een integrale vrijspraak voor de verdachte had gevorderd. De officier stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de tenlastegelegde afpersing en mishandelingen. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. G.J.M. Kruizinga, steunde deze vrijspraak en betoogde dat de rol van de verdachte in de zaak niet duidelijk was.
De rechtbank heeft de argumenten van zowel het Openbaar Ministerie als de verdediging overwogen en kwam tot de conclusie dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden. Er was geen bewijs dat de verdachte een strafbare rol had gespeeld bij de vermeende afpersing of de mishandelingen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlasteleggingen.
Daarnaast werden de vorderingen van de benadeelde partijen, die immateriële schadevergoeding vroegen, niet-ontvankelijk verklaard, omdat er aan de verdachte geen straf of maatregel was opgelegd. De rechtbank bepaalde dat zowel de benadeelde partijen als de verdachte hun eigen kosten moesten dragen. Tot slot werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Deze uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. P. van Kesteren, en in aanwezigheid van de andere rechters en de griffier.