ECLI:NL:RBAMS:2024:2159
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 17 april 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek tot openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid (Woo) behandeld. Eiser had op 8 mei 2023 een verzoek ingediend bij de Landelijke Eenheid om informatie over 'Fraude in de autobranche' openbaar te maken. Dit verzoek werd afgewezen door verweerder, de korpschef van de politie, met een besluit op 11 juli 2023. Eiser ging in bezwaar, maar verweerder handhaafde de afwijzing in een besluit van 24 oktober 2023. Eiser stelde beroep in tegen dit besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 29 maart 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank beoordeelt of verweerder het verzoek tot openbaarmaking van informatie terecht heeft afgewezen. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende zoekslagen heeft verricht naar de verzochte documenten en dat het standpunt van verweerder dat al het mogelijke is gedaan om de documenten terug te vinden, niet ongeloofwaardig is. Eiser heeft niet met concrete aanknopingspunten aangetoond dat de documenten onder verweerder berusten. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.
De uitspraak benadrukt het recht op toegang tot publieke informatie, zoals vastgelegd in de Woo, en de verantwoordelijkheden van bestuursorganen om documenten in goede staat te bewaren. De rechtbank volgt de lijn van de hoogste bestuursrechter dat het aan de verzoeker is om aannemelijk te maken dat documenten onder het bestuursorgaan berusten, wanneer het bestuursorgaan stelt dat dit niet het geval is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van het verzoek tot openbaarmaking.