Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
5.Bewezenverklaring
6.Bewijs
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
NJ2007/336). Handelingen van particulieren, zoals in de geval van aangever [aangever] , vallen niet onder het bereik van deze bepaling (HR 14 januari 2003
NJ2003/288
).De rechtbank ziet daarom geen reden tot strafvermindering op grond van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering.
first offender.
de Raadvan 1 mei 2024, dat in het kader van de persoonlijke omstandigheden van verdachte is opgemaakt. Uit het rapport blijkt – samengevat – dat verdachte verantwoordelijkheid neemt voor de ten laste gelegde feiten en spijt betuigt. De indruk bestaat dat een gebrek aan vaardigheden in combinatie met de beïnvloedbaarheid van verdachte hebben bijgedragen aan het plegen van de feiten. Om recidive te voorkomen is de Raad van mening dat er ingezet moet worden op eventuele onderliggende problemen. Het is van cruciaal belang dat de jeugdreclassering samen met verdachte stappen onderneemt en inzicht verkrijgt in wat er verder nodig is om de risicofactoren te verminderen. De Raad adviseert daarom een deels voorwaardelijke jeugddetentie met oplegging van bijzondere voorwaarden. De bijzondere voorwaarden zien op het meewerken aan het verkrijgen en behouden van positieve vrijetijdsbesteding, meewerken aan hulpverlening en het volgen van school volgens het schoolprogramma. De Raad vindt het niet wenselijk dat verdachte weer vast komt te zitten en adviseert het onvoorwaardelijke deel gelijk te stellen aan het voorarrest van de verdachte. Ter zitting heeft de Raad aanvullend verklaard dat het nu opgelegde weekrooster nog moet voortduren en een taakstraf wat de Raad betreft niet veel toevoegt.
WSSheeft ter zitting naar voren gebracht dat er een fijne samenwerking is met verdachte en zijn gezin. Op school gaat het goed en verdachte heeft inmiddels ook een bijbaan. Verdachte is aangemeld voor begeleiding door een jongerencoach vanuit [naam kinderopvang] . Met behulp van de coach kan gewerkt worden aan het vergroten van de vaardigheden van verdachte en aan zijn weerbaarheid. De WSS adviseert om een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met de voorwaarden dat verdachte meewerkt aan begeleiding door de coach, zich houdt aan het schoolrooster en zich houdt aan de afspraken en voorwaarden.
moeder en de grootvadervan verdachte hebben ter zitting verklaard dat zij veel met verdachte praten en dat zij hulp aanvaarden die helpt voorkomen dat zoiets nog een keer gebeurt.
first offenderis, ziet de rechtbank echter aanleiding om het onvoorwaardelijk deel van de jeugddetentie gelijk te stellen aan de tijd die verdachte al heeft vastgezeten en daarnaast aan verdachte een langere voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met daaraan gekoppeld de door de Raad en de WSS geadviseerde bijzondere voorwaarden. De rechtbank vindt het belangrijk dat verdachte gaat werken aan het verminderen van de risicofactoren voor de kans op herhaling, zoals het vergroten van zijn vaardigheden en weerbaarheid. De bijzondere voorwaarden moeten verdachte helpen zijn positieve ontwikkeling voort te zetten en vast te houden. Daarnaast moet een fors voorwaardelijk strafdeel verdachte ervan weerhouden om zich opnieuw schuldig te maken aan strafbare feiten. De rechtbank zal tevens een contactverbod met beide medeverdachten als bijzondere voorwaarde opnemen. De rechtbank vindt het belangrijk dat verdachte zich bij toenadering door de medeverdachten kan beroepen op het contactverbod en hierdoor contact makkelijker kan afhouden, zeker nu er vanuit de medeverdachten geen contactverbod met verdachte loopt. De rechtbank wijkt af van de strafvordering van de officier van justitie wat betreft de taakstraf en zal verdachte geen taakstraf opleggen, gelet op het volle programma van verdachte voortkomend uit de bijzondere voorwaarden. Het weekrooster dat al langere tijd van toepassing is en ook nog zal voortduren is nagenoeg een vorm van huisarrest.
10.Benadeelde partij
[aangever]vordert € 1.500,- aan materiële schadevergoeding, € 100.000,- aan immateriële schadevergoeding en € 87.500,- aan affectieschade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
100 (honderd) dagen.
25 (vijfentwintig) dagen, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
75 (vijfenzeventig) dagen, van deze jeugddetentie
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenonder de voorwaarden dat de veroordeelde:
7 augustus 2024;
de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert, tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.