Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats 1] (Polen), eiser
Inleiding
Wat aan deze procedure voorafging
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
25 februari 2022. Daarna is hij naar Polen teruggegaan om voor zijn zieke moeder te zorgen. In de tijd tussen de vakantie en de export-uitkering (14 maart 2022) zijn geen betalingen gedaan met zijn bankpas in Nederland. Het valt voor de rechtbank niet vast te stellen dat eiser in de periode tussen zijn vakantie en de export aanvraag in Nederland is geweest. Uit de stukken die eiser wel heeft overlegd kan de rechtbank ook niet concluderen dat eiser in de periode tussen 26 februari 2022 en 14 maart 2022 in Nederland is geweest. De facturen van de bus die door eiser zijn ingebracht, zijn maanden later gedateerd. Daarnaast valt op basis van de facturen niet vast te stellen dat eiser daadwerkelijk in deze bus heeft gezeten. Ook het feit dat eiser niet kan of wil aangeven waar hij in die periode van 26 februari 2022 tot en met 14 maart 2022 heeft verbleven, zorgt ervoor dat eiser naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in Nederland is geweest. Verweerder heeft door het doen van dit onderzoek ook geen misbruik gemaakt van haar positie, zij mag dit onderzoeken.
19. Eiser wordt volledig verwijtbaar geacht. Op grond hiervan is de boete in beginsel 50 procent van het benadelingsbedrag. [8] Nu eiser geen dringende redenen heeft aangevoerd op grond waarvan verweerder van de boete moet afzien, heeft verweerder de boete terecht opgelegd.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
9 augustus 2024.