Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De feiten
2.De gronden van het verzoek
3.3. De reactie van de rechter
Kort samengevat is de reactie van de rechter dat hij, hoewel hij nog steeds achter de inhoud van die opmerking staat, achteraf gezien beter voor minder directe bewoordingen had kunnen kiezen. Hij vindt niet dat deze ietwat ongelukkig geformuleerde woorden blijk geven van enige vooringenomenheid of de schijn daarvan opwekken. Wat hem betreft kan hij de behandeling van de zaak voortzetten, waarbij hij verzoeker desgewenst kan toelichten wat hij met zijn opmerking heeft bedoeld.
4.De beoordeling van het verzoek
kunnen lijden. Daarbij staat voorop dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing vormen dat een rechter jegens een
procespartij partijdig is, althans dat de bij die partij daarvoor bestaande vrees
objectief gerechtvaardigd is.
- wijst het wrakingsverzoek af;
- bepaalt dat de zaak met parketnummer [nummer] wordt voortgezet in de stand waarin die zaak zich bevond op het moment van wraking.
mr. R.H. Mulderije, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 mei 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.