Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 september 2024 op het verzet van
[opposant] , uit Haarlem, opposant
Inleiding
niet-ontvankelijk heeft verklaard (de beroepszaak). [2]
Beoordeling door de rechtbank van het verzet
niet-ontvankelijk verklaard. Volgens opposant is uitspraak op bezwaar II nooit door hem ontvangen en volgt uit de door de heffingsambtenaar aangevoerde informatie niet dat deze is verzonden. Als opposant de track & trace code invoert op de website van PostNL staat er dat het ‘pakket nog niet gevonden’ is. Op de door de heffingsambtenaar aangeleverde kopie uit de verzendadministratie staat de datum 22 december 2021, terwijl op de vermeende uitspraak op bezwaar II de data 21 december en 30 december 2021 staan. Dit komt niet overeen. Bovendien staat op de kopie uit de verzendadministratie geen huisnummer vermeld. Volgens opposant is het beroep ten onrechte vereenvoudigd afgedaan en is opposant ten onrechte niet door de rechtbank in de gelegenheid gesteld te reageren op de vermeende verzending van uitspraak op bezwaar II. Door de rechtbank is enkel gevraagd of opposant het inhoudelijk eens was met uitspraak op bezwaar II en zo nee, aan te geven waarom niet.
21 december 2022 (bij het verweerschrift in de beroepszaak) heeft ingediend, zijn de gegevens over de mogelijke aangetekende verzending al lange tijd verwijderd uit het registratiesysteem van PostNL. [7] De heffingsambtenaar heeft hiermee dan ook niet aannemelijk gemaakt dat uitspraak op bezwaar II door opposant is ontvangen. De door de heffingsambtenaar ingediende kopie van zijn verzendadministratie biedt bovendien reden voor twijfel, omdat daarin wordt verwezen naar een besluit van 21 december 2021, terwijl op uitspraak op bezwaar II de data 22 december 2021 en 30 december 2021 staan vermeld. Er kan daarom twijfel bestaan over de vraag of de heffingsambtenaar uitspraak op bezwaar II heeft verzonden en deze ook door opposant is ontvangen. De rechtbank komt in verzet tot de conclusie dat de rechtbank opposant in de beroepszaak onterecht kennelijk
niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.S.A. Adriaanse, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
23 september 2024.