In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres, een woonbegeleider uit Apeldoorn, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering door het Uwv. De aanvraag werd afgewezen op 2 februari 2023, en het bezwaar daartegen werd op 9 oktober 2023 ongegrond verklaard. Eiseres ging in beroep, waarbij zij werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. P.A.J. van Putten. De rechtbank behandelde de zaak op 26 september 2024.
De rechtbank concludeert dat het Uwv de afwijzing van de WIA-uitkering terecht heeft gehandhaafd. Eiseres had geen toestemming gegeven voor het delen van medische gegevens met haar voormalig werkgever, wat de rechtbank belette om gedetailleerde medische overwegingen op te nemen. Eiseres betwistte de medische beoordeling van het Uwv en verzocht om de benoeming van een onafhankelijke deskundige, maar de rechtbank oordeelde dat de medische rapportages voldoende waren gemotiveerd en dat er geen reden was om een onafhankelijke deskundige in te schakelen.
De rechtbank oordeelde dat de arbeidsdeskundigen van het Uwv adequaat hadden gemotiveerd dat de geduide functies voor eiseres geschikt waren, ondanks haar bezwaren over de drukte in de werkomgeving. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving. De uitspraak werd gedaan door mr. M.G. Elfferich en is openbaar uitgesproken op 10 oktober 2024.