Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
District Court of Legnica – III Criminal Department(Polen), hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit, en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP adres]
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Judgement of Regional Court of Lubin of 2ⁿᵈ November 2005met kenmerk II K 493/05. Uit de aanvullende informatie van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 24 juli 2024 blijkt dat bij dit vonnis een voorwaardelijke gevangenisstraf werd opgelegd met een proeftijd. Bij vonnis van 21 juni 2007 van
the Regional Court of Lubinmet kenmerk II Ko 254/07 werd de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde straf bevolen vanwege de veroordeling voor nieuwe strafbare feiten tijdens de proeftijd.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Regional Court of Lubinvan 2 november 2005, met kenmerk II K 493/05, heeft geleid. Daarnaast staat in het EAB vermeld dat de opgeëiste persoon op 11 oktober 2005 in persoon is opgeroepen voor de zitting met vermelding van datum en plaats van het proces en met de mededeling dat indien de opgeëiste persoon niet ter zitting zou verschijnen toch een beslissing zou kunnen worden genomen. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het voorgaande de omstandigheid, zoals genoemd in artikel 12 onder a OLW, van toepassing is op grond waarvan de weigeringsgrond van artikel 12 OLW niet mag worden toegepast.
Regional Court of Lubinde tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen omdat gedurende de proeftijd, blijkens de aanvullende informatie van 23 juli 2024, sprake was van een nieuwe veroordeling voor soortgelijke feiten (“
similar intentional offences”).
5.Strafbaarheid
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
8.Beslissing
het verstrijken van de beslistermijn op 1 oktober 2024;