ECLI:NL:RBAMS:2024:7699

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2024
Publicatiedatum
11 december 2024
Zaaknummer
760077 / FA RK 24.8089
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 26 november 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 25 november 2024 een verzoek ingediend tot verlenging van een eerder opgelegde crisismaatregel, die op 24 november 2024 was ingesteld. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 november 2024, waarbij de rechtbank de betrokken partijen heeft gehoord, met uitzondering van de officier van justitie die geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de voorwaarden voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, zoals vastgelegd in artikel 7:7 en 7:8 Wvggz. Het is vereist dat er onmiddellijk dreigend nadeel is en dat er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van een psychische stoornis, dit dreigend nadeel veroorzaakt. Tijdens de zitting heeft de behandelend arts verklaard dat er op dat moment geen psychische stoornis meer kon worden vastgesteld, wat betekent dat er ook geen ernstig nadeel voortvloeit uit de situatie van de betrokkene.

Op basis van deze bevindingen heeft de rechtbank besloten het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter F.P. Lauwaars, bijgestaan door griffier J. Koomen. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 9 december 2024 ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/760077 / FA RK 24/8089
kenmerk: VCM/IND/153624
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 26 november 2024naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M. Visser te Amsterdam.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 25 november 2024, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 24 november 2024 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 november 2024, op de locatie De Nieuwe Meer, Vlaardingenlaan 5 te Amsterdam.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- vader betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- arts, mevrouw [naam] ;
- verpleegkundige.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet bij de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismatregel heeft genomen.
2.2.
Gelet op artikel 7:1 lid 1 Wvggz kan deze machtiging slechts worden verleend indien er onmiddellijk dreigend nadeel is, er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend nadeel veroorzaakt en met de crisismaatregel het ernstige nadeel kan worden weggenomen. Daarnaast dient de crisissituatie dermate ernstig te zijn dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht en is er verzet als bedoeld in artikel 1:4 Wvggz tegen de zorg.
2.3.
De behandelend arts heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat er op dit moment geen psychische stoornis (meer) in engere zin kan worden vastgesteld en dus ook geen daaruit voortvloeiend ernstig nadeel.
2.4.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 26 november 2024 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. F.P. Lauwaars, rechter, bijgestaan door J. Koomen als griffier en op 9 december 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.