Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- de oorspronkelijke dagvaarding van Bankai van 11 januari 2024, met producties,
- het vonnis van deze rechtbank van 13 februari 2024, waarin [gedaagde] bij verstek is veroordeeld
- de verzetdagvaarding van 5 april 2024,
- het tussenvonnis van 2 mei 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 16 september 2024.
1.Feiten en omstandigheden
Voor deze specifieke rol hebben we een specifieke afspraak gemaakt voor de staffel van 50 tot 75.000 euro:
[kandidaat 1]’) aan Bankai voorgesteld.
[kandidaat 2]’). Op 15 november 2022 heeft Bankai [kandidaat 2] een arbeidsovereenkomst aangeboden.
2.Vordering en verweer
3.Beoordeling
overeenstemming tussen Kandidaat en Opdrachtgever over het invullen van een tijdelijk of vast dienstverband, dan wel over het sluiten van een overeenkomst inzake het verrichten van diensten in de breedste zin des woords van Opdrachtgever.’
BW’) bepaalt dat indien de overeenkomst eindigt voordat de opdracht is volbracht en de verschuldigdheid van het loon is afhankelijk van de volbrenging, dan heeft de opdrachtnemer recht op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Bij de bepaling hiervan wordt onder meer rekening gehouden met de reeds door de opdrachtnemer verrichte werkzaamheden, het voordeel dat de opdrachtgever daarvan heeft, en de grond waarop de overeenkomst is geëindigd.
no cure, no pay-afspraak. Dat betekent dat de verschuldigdheid van loon afhankelijk is van de volbrenging van de opdracht. De overeenkomst tussen partijen is beëindigd, voordat [gedaagde] de opdracht heeft kunnen volbrengen.