Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht München, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht München op 13 juli 2020. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1969 in Turkije, die in Nederland woont. De behandeling van het EAB vond plaats in verschillende zittingen, waarbij de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. R. Malewicz, niet altijd aanwezig waren. Tijdens de zitting op 12 oktober 2022 werd het onderzoek geschorst om de raadsman de gelegenheid te geven zich voor te bereiden. Op 17 januari 2023 werd de behandeling hervat, maar opnieuw werd het onderzoek geschorst om te onderzoeken of er alternatieven voor het EAB mogelijk waren. Uiteindelijk, op 25 januari 2024, werd de zaak opnieuw behandeld. De officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, stelde dat zij niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vordering tot behandeling van het EAB, omdat het EAB was ingetrokken. De rechtbank volgde dit standpunt en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk. Tevens werd vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie was geëindigd. Deze uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee andere rechters in aanwezigheid van de griffier en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open volgens de Overleveringswet.