ECLI:NL:RBAMS:2024:918

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
13/183272-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel

Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht München op 13 juli 2020. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1969 in Turkije, die in Nederland woont. De behandeling van het EAB vond plaats in verschillende zittingen, waarbij de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. R. Malewicz, niet altijd aanwezig waren. Tijdens de zitting op 12 oktober 2022 werd het onderzoek geschorst om de raadsman de gelegenheid te geven zich voor te bereiden. Op 17 januari 2023 werd de behandeling hervat, maar opnieuw werd het onderzoek geschorst om te onderzoeken of er alternatieven voor het EAB mogelijk waren. Uiteindelijk, op 25 januari 2024, werd de zaak opnieuw behandeld. De officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, stelde dat zij niet-ontvankelijk moest worden verklaard in de vordering tot behandeling van het EAB, omdat het EAB was ingetrokken. De rechtbank volgde dit standpunt en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk. Tevens werd vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie was geëindigd. Deze uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee andere rechters in aanwezigheid van de griffier en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open volgens de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/183272-23
Datum uitspraak: 25 januari 2024
UITSPRAAK
op de vordering van 3 november 2020 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 13 juli 2020 door het
Amtsgericht München, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1969 in [geboorteplaats] (Turkije),
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
Van [BRP-Adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 12 oktober 2022
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 12 oktober 2022, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. R. Malewicz, advocaat in Amsterdam, zijn niet verschenen.
De rechtbank heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst om de raadsman in de gelegenheid te stellen zich op de behandeling van het EAB voor te bereiden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat in deze zaak de wettelijke termijn waarbinnen de rechtbank op basis van de Overleveringswet (OLW) op het overleveringsverzoek moet beslissen, is verstreken. [2] Dit ontslaat de rechtbank niet van haar verplichting om op het overleveringsverzoek te beslissen. Het betekent echter wel dat geen wettelijke grondslag meer bestaat voor gevangenhouding. [3]
Zitting 17 januari 2023
De behandeling van het EAB is hervat op de zitting van 17 januari 2023, in aanwezigheid van mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Malewicz, advocaat in Amsterdam.
De rechtbank heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst om de raadsman in de gelegenheid te stellen bij de Duitse autoriteiten na te gaan of er een alternatief voor de uitvaardiging van het EAB mogelijk is.
Zitting 25 januari 2024
De behandeling van het EAB is hervat op de zitting van 25 januari 2024, in aanwezigheid van mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen, maar vertegenwoordigd door zijn gemachtigde raadsman, mr. R. Malewicz, advocaat in Amsterdam.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Nederlandse en Turkse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat zij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, omdat uit de e-mail van 19 december 2023 van de uitvaardigende justitiële autoriteit blijkt dat het EAB is ingetrokken.
De rechtbank volgt het standpunt van de officier van justitie.

4.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
STELT VASTdat de – geschorste – overleveringsdetentie is geëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. E.G.M.M. van Gessel, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en A.W.T. Klappe, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 25 januari 2024.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22 OLW.
3.De termijn van vrijheidsbeneming (en mogelijkheden tot verlenging daarvan) moeten in samenhang worden bezien met de wettelijke beslistermijn.