Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 maart 2023, met producties
- de conclusie van antwoord, met producties
- het tussenvonnis van 2 augustus 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
- het proces-verbaal van de op 13 november 2023 gehouden mondelinge behandeling, met de daarin genoemde stukken.
2.De zaak en de beslissing in het kort
subcontractor default) en volgens Boko op grond van artikel 22.6 (
contractor’s convenience). Ook is tussen partijen in geschil wat de financiële consequenties zijn van een beëindiging op grond van artikel 22.6. Volgens Boko brengt uitleg van artikel 22.8 van het subcontract mee dat zij in dat geval de bankgarantie en het retentiebedrag direct terug moet krijgen. BN-TAV c.s. betoogt daarentegen dat de bankgarantie pas na de eindafrekening hoeft te worden vrijgegeven en voor zover BN-TAV c.s. het retentiebedrag zou moeten betalen, beroept zij zich onder meer op verrekening en opschorting.
3.De feiten
22.Termination by Contractor
interim payment applicationnaar BN-TAV gestuurd. Om voor die betaling in aanmerking te komen moest Boko documenten overleggen met betrekking tot de voortgang, de zogenoemde ‘WIR-formulieren’, die voor akkoord werden afgetekend door BN-TAV. Verder staat in bijlage 11, voor zover hier van belang:
notice to correcttoegezonden aan BN-TAV. Daarin staat samengevat dat BN-TAV heeft nagelaten adequate beschermingsmaatregelen te treffen, wat heeft geleid tot een onacceptabele hoeveelheid water dat bij de A-Pier naar binnen is gekomen, waardoor volgens de Engineer schade is ontstaan aan het werk. De Engineer heeft in de
noticeBN-TAV verzocht onmiddellijk maatregelen te nemen om het dak te beschermen tegen lekkages.
notice to correcttoegezonden aan BN-TAV. Daarin staat dat BN-TAV onvoldoende maatregelen heeft getroffen om waterintreding te voorkomen en dat zij onmiddellijke maatregelen moest nemen om het dak te beschermen tegen lekkages. Verder staat in de
noticedat de Engineer niet accepteerde dat er geen tijdelijke beschermingsmaatregelen tegen weerinvloeden bij openingen van de goederenlift zouden kunnen worden geïnstalleerd.
for Contractor’s Default.In die brief staat, voor zover hier relevant
:
contractor’s default). Voor het geval zou komen vast te staan dat BN-TAV het subcontract niet kon beëindigen op grond van artikel 22.2, heeft zij bij brief van 17 januari 2022 aan Boko het subcontract beëindigd op grond van artikel 22.6 (
contractor’s convenience).
“Conform de Eisen”.De rapporten van Firestones van 5 december 2019 en
“algemene indruk van het dakpakket en uitvoering is zeer positief”en
“algemene indruk van het dakpakket is zeer positief”.
final determinationaan BN-TAV verstrekt. De waarde van het werk van Boko is daarin vastgesteld op € 6.359.488,12.
4.Het geschil
primairvoor recht te verklaren dat de overeenkomst is ontbonden op grond van artikel 22.6 althans 22.2 op 7 februari 2022 en
subsidiairde overeenkomst te ontbinden,
subsidiair en meer subsidiair
5.De beoordeling
De beëindigingsgrond
subcontractor default) en volgens Boko op grond van artikel 22.6 (
contractor’s convenience).
notices to correctvolgt dat
noticesheeft Schiphol onder meer ten grondslag gelegd aan de beëindiging van het hoofdcontract (artikel 22.2.2 sub n). Uit het BouwQ-rapport van 28 januari 2022 blijkt van diverse lekkages aan en vouwen in het dak, de aanwezigheid van veel water in de dakgoot en houten panelen op het dak. Later is gebleken dat er herstelwerk aan het dak is verricht voor € 408.000,--, dat het dak niet voldoet aan de overeengekomen isolatiewaarde en dat het isolatiemateriaal voor de helft onbruikbaar is omdat het nat is geworden. Via het platform Aconex is Boko op de hoogte gehouden van de gesignaleerde problemen, maar Boko heeft pas op 25 november 2021, vlak voor de al rondgaande geruchten over de beëindiging van het hoofdcontract, bericht herstelwerkzaamheden te hebben verricht. Verder heeft de Engineer in de
final determinationde waarde van het werk lager ingeschat, zodat Boko in strijd met artikel 8.1.2 van het subcontract kennelijk onjuiste informatie heeft verstrekt over de voortgang van haar werk en BN-TAV € 429.737,38 teveel aan Boko heeft betaald. Aldus steeds BN-TAV c.s.
notices to correctzijn niet aan Boko doorgezet en daarin staat ook niet een gericht verwijt aan Boko maar aan BN-TAV.
notices to correctdie de Engineer aan BN-TAV heeft gestuurd, aan Boko zijn doorgezet. Ook daaruit kan worden afgeleid dat het niet ging om werkzaamheden die Boko moest of had moeten verrichten. In die
notices to correctwordt bovendien alleen een concreet verwijt aan BN-TAV gemaakt. Dit ligt ook voor de hand omdat BN-TAV verantwoordelijk was voor het afdekken van het dak om beschadigingen te voorkomen en niet Boko. BN-TAV c.s. heeft ook ter zitting niet nader gespecificeerd welke beschermingsmaatregelen Boko had moeten nemen, al heeft zij wel erkend dat van Boko niet kon worden verwacht dat zij het dak volledig zou afdekken of dat zij 24 uur per dag daarop toezicht zou houden. Haar verplichting het dak te beschermen kwam feitelijk neer op het op verzoek repareren van bij haar gemelde beschadigingen.
performance securitieszal teruggeven aan Boko. Niet in geschil is dat met
performance securitiesde op grond van artikel 12.2 van het subcontract door Boko verstrekte bankgarantie is bedoeld.
“After a notice of termination under clause 22.6 (Termination for Contractor’s Convenience) has taken effect, the Contractor shall return all Performance Securities to the Subcontractor and pay to the Subcontractor”.Die bepaling bevat geen termijn of voorwaarde voor teruggave dan dat het contract is opgezegd op grond van artikel 22.6. Dit past ook bij het neutrale karakter van de beëindigingsgrond van artikel 22.6. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de financiële afwikkeling van een beëindiging na een tekortkoming van de subcontractor in artikel 22.5, waarin niet is opgenomen dat de bankgarantie moeten worden teruggegeven. Uit dit verschil moet worden afgeleid dat in artikel 22.6 bewust is gekozen voor de daar genoemde verplichting tot teruggave van de bankgarantie. Gelet op de duidelijke bewoordingen, mede bezien in het licht van de andere contractsbepalingen, hebben partijen daarom redelijkerwijs mogen verwachten dat BN-TAV verplicht is de bankgarantie direct terug te geven na een beëindiging van het contract op grond van artikel 22.6. De uitleg van BN-TAV c.s. dat de bankgarantie alleen teruggegeven zou hoeven worden als in artikel 22.8.1 het woord ‘onmiddellijk’ zou staan, wordt niet gevolgd. Die bepaling zou immers zinloos zijn als bedoeld zou zijn dat de bankgarantie ook bij de beëindiging op grond van artikel 22.6 pas teruggegeven zou hoeven te worden na de eindafrekening.
final determinationvan de Engineer zijn de waarde van het werk en de vorderingen van Boko vastgesteld op € 6.359.488,12, zodat Boko € 429.737,38 teveel bij BN-TAV in rekening heeft gebracht en betaald heeft gekregen. Dit bedrag moet verrekend worden met het retentiebedrag. Verder is een beroep van Boko op artikel 8.9 van bijlage 11 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (artikel 6:248 lid 2 BW). Bij het aangaan van het subcontract mocht BN-TAV er redelijkerwijs vanuit gaan dat Boko juiste informatie zou verschaffen over de voortgang van het werk, op basis waarvan zij steeds is betaald. Aldus steeds BN-TAV c.s.
173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing) Totaal € 11.317,35