ECLI:NL:RBAMS:2025:1612
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van sociale huurwoning na opzegging huurovereenkomst door huurder
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 maart 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen STICHTING YMERE en twee gedaagden, waarbij de huurovereenkomst door de huurder was opgezegd. De neef van de huurder, die tijdelijk in de woning verbleef, weigerde de woning te verlaten na het beëindigen van de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de gevorderde ontruiming toewijsbaar was, omdat de neef niet kon aantonen dat hij recht had op medehuurderschap. De kantonrechter benadrukte dat bij ontruimingen in kort geding grote terughoudendheid moet worden betracht, maar in dit geval was er voldoende spoedeisend belang voor de verhuurder om de ontruiming te vorderen. De gedaagden werden veroordeeld om binnen twee maanden de woning te ontruimen en de proceskosten te betalen. De kantonrechter wees ook op de persoonlijke omstandigheden van de neef, maar vond dat deze niet voldoende waren om de ontruiming te verhinderen. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op twee maanden om de gedaagde de tijd te geven een nieuwe woning te vinden.