ECLI:NL:RBAMS:2025:1675

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
11223809 / CV EXPL 24-9164 en 11223812 / CV EXPL 24-9165
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid bij uitvoering last onder bestuursdwang door private partij

In deze zaak, die op 14 maart 2025 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben eisers, eigenaren van een boot, gedaagden, bestuurders van een bedrijf dat de boot op verzoek van de gemeente heeft verwijderd, aangeklaagd. Eisers stellen dat de gemeente niet bevoegd was om de boot te laten verwijderen en dat gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door de boot zonder toestemming van eisers te verwijderen. De kantonrechter oordeelt dat de last onder bestuursdwang, die door de gemeente is opgelegd, geldig is, omdat er geen bezwaar tegen is gemaakt. Hierdoor is de gemeente bevoegd om de boot te laten verwijderen. De kantonrechter concludeert dat gedaagden niet onrechtmatig hebben gehandeld, omdat er geen persoonlijk en ernstig verwijt aan hen kan worden gemaakt. De vorderingen van eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten. De kostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummers:
11223809 \ CV EXPL 24-9164
11223812 \ CV EXPL 24-9165
Vonnis van 14 maart 2025
in de zaak met nummer 11223809 \ CV EXPL 24-9164 van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden te [woonplaats 1] ,
eisende partijen,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde 1],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. S.L.D. van den Brink,
en
in de zaak met nummer 11223812 \ CV EXPL 24-9165 van:

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden te [woonplaats 1] ,
eisende partijen,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
[gedaagde 2],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. S.L.D. van den Brink.
Eisende partijen worden hierbij gezamenlijk [eisers] genoemd. De beide gedaagden worden hierna gezamenlijk [gedaagden] genoemd.

1.De procedure in beide zaken

1.1.
[eisers] hebben in beide zaken stukken ingediend die inhoudelijk hetzelfde zijn, maar waarop verschillende zaaknummers vermeld staan. [gedaagden] hebben in beide zaken dezelfde stukken ingediend, waarop beide zaaknummers vermeld staan. De kantonrechter heeft partijen per e-mail laten weten dat beide zaken worden gevoegd, zodat in één vonnis uitspraak wordt gedaan.
1.2.
Het verloop van de procedures in beide zaken blijkt uit:
- de twee dagvaardingen van [eisers] van 3 juli 2024, met producties 1 tot en met 8,
- de conclusie van antwoord van [gedaagden] , met productie 1,
- de aanvullende producties 2 en 3 van [gedaagden] ,
- het tussenvonnis van 3 september 2024 waarin de kantonrechter heeft besloten dat schriftelijk wordt voortgeprocedeerd,
- de conclusies van repliek van [eisers] ,
- de conclusie van dupliek van [gedaagden] , met producties 4 en 5,
- de aktes uitlating producties.
1.3.
Daarna is in beide zaken een datum voor het vonnis bepaald.

2.Waar de beide zaken over gaan

2.1.
[eisers] zijn eigenaar van een boot, die door hen ‘recreatieboot’ wordt genoemd, en door [gedaagden] ‘woonark’. Deze boot lag in de [gemeente] en werd door [eisers] verhuurd.
2.2.
[gedaagden] zijn beiden (indirect) aandeelhouder en bestuurder van het bedrijf [bedrijf] B.V. [bedrijf] B.V. voert een kraanverhuurbedrijf. In januari 2024 heeft [bedrijf] B.V. in opdracht van een ander bedrijf, Bergnet B.V., de boot met bijbehorende vlonder verwijderd. [bedrijf] B.V. en Bergnet B.V. hebben dat gedaan in opdracht van de [gemeente] , omdat de boot daar volgens de gemeente illegaal lag. [gedaagden] hebben in dat verband een last onder bestuursdwang van de [gemeente] van 28 december 2023 overgelegd.
2.3.
[eisers] verwijten [gedaagden] dat zij zonder goedkeuring en instemming van [eisers] onrechtmatig de boot en de vlonder hebben meegenomen. Zij stellen dat de [gemeente] niet bevoegd was om de boot te laten verwijderen. De vlonder lag er volgens [eisers] bovendien volkomen rechtmatig. [gedaagden] zijn misleid door de gemeente en hebben het onrechtmatig handelen van de gemeente gefaciliteerd. [eisers] hebben de medewerkers van [gedaagden] daar nog op aangesproken, maar de boot is toch verwijderd.
2.4.
[eisers] hebben [gedaagden] in privé gedagvaard met als argument dat zij als bestuurder verantwoordelijk en aansprakelijk zijn voor de rechtshandeling van hun organisatie en voor de gedragingen van hun medewerkers.
2.5.
[eisers] vorderen van [gedaagden] elk € 24.500 als voorschot op de door hen geleden schade, met rente en kosten. [eisers] vorderen dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zal zijn.
2.6.
[gedaagden] betwisten dat zij onrechtmatig hebben gehandeld. Het bedrijf [bedrijf] B.V. heeft gehandeld in opdracht van de gemeente. De bestuurders van het bedrijf, [gedaagden] , valt geen verwijt te maken. [gedaagden] vorderen dat [eisers] worden veroordeeld in de kosten van de procedure, en dat de beslissing van de kantonrechter over de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad zal zijn.

3.De beoordeling door de kantonrechter

3.1.
De kantonrechter stelt voorop dat de last onder bestuursdwang van 28 december 2023 een bestuursrechtelijk besluit is. Dat betekent dat alleen in een bestuursrechtelijke procedure (bezwaar en eventueel daarna beroep) kan worden geoordeeld of de gemeente terecht de last onder bestuursdwang heeft opgelegd. De kantonrechter kan uit het dossier niet afleiden of [eisers] bezwaar hebben gemaakt. Zolang de last onder bestuursdwang niet in bezwaar of beroep is herroepen, gaat de kantonrechter ervan uit dat de last onder bestuursdwang geldig is. Dat betekent dat de gemeente Bergnet B.V. en [bedrijf] B.V. opdracht mocht geven om de boot te verwijderen.
3.2.
De opdracht van de gemeente is uitgevoerd door [bedrijf] B.V. Dat is een rechtspersoon. Als [bedrijf] B.V. bij de uitvoering van de opdracht onrechtmatig heeft gehandeld, kan de rechtspersoon daarvoor aansprakelijk zijn. Of [bedrijf] B.V. onrechtmatig heeft gehandeld, is op basis van dit dossier niet gebleken. Die vraag ligt echter ook niet voor, omdat [bedrijf] B.V. geen partij is in deze procedure.
3.3.
[eisers] hebben in deze procedure namelijk niet [bedrijf] B.V., maar de bestuurders [gedaagden] aangesproken. Bestuurders van een vennootschap zijn niet automatisch aansprakelijk voor de rechtshandeling van hun organisatie en voor de gedragingen van hun medewerkers. Bestuurders van een vennootschap zijn pas aansprakelijk als hen persoonlijk een ernstig verwijt valt te maken. Dat is een hoge drempel. Uit de verwijten van [eisers] valt echter niet af te leiden wat [gedaagden] persoonlijk verkeerd zouden hebben gedaan. De hoge drempel wordt dus niet gehaald.
3.4.
Omdat de kantonrechter niet kan vaststellen dat [gedaagden] op enige wijze onrechtmatig hebben gehandeld jegens [eisers] , worden de vorderingen van [eisers] afgewezen.
3.5.
[eisers] worden dus in het ongelijk gesteld. Daarom moeten zij de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. [gedaagden] hebben in beide procedures dezelfde stukken ingediend en dus niet twee keer kosten gemaakt. Daarom rekent de kantonrechter voor elke procedure de helft van het toepasselijke tarief. De proceskosten van [gedaagden] worden dan ook in elke procedure als volgt begroot:
- salaris gemachtigde
543,00
(2 punten × € 543,00 × 0,5)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
678,00
3.6.
[gedaagden] willen dat de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. [eisers] hebben daartegen bezwaar gemaakt. Als de kantonrechter een beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaart, betekent dat dat de beslissing direct ten uitvoer kan worden gelegd, ook al stelt de partij die in het ongelijk is gesteld hoger beroep in. [eisers] hebben zelf ook gevorderd dat de kantonrechter dit zou moeten doen. Zij hebben niet toegelicht waarom deze vordering van [gedaagden] zou moeten worden afgewezen. De kantonrechter verklaart de kostenveroordeling dan ook uitvoerbaar bij voorraad.
3.7.
De kostenveroordelingen worden hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat zowel de heer [eiser 1] als mevrouw [eiser 2] kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

4.De beslissing

De kantonrechter,
in de zaak met nummer 11223809 \ CV EXPL 24-9164:
4.1.
wijst de vorderingen van [eisers] af,
4.2.
veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de proceskosten van € 678,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
en
in de zaak met nummer 11223812 \ CV EXPL 24-9165:
4.4.
wijst de vorderingen van [eisers] af,
4.5.
veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de proceskosten van € 678,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
4.6.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schaberg en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.