Op 25 maart 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Bamberg in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1993, die momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 11 maart 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A. Keulers, aanwezig was. De opgeëiste persoon was niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. A.C. Vingerling. De opgeëiste persoon heeft schriftelijk afstand gedaan van zijn recht om bij de behandeling aanwezig te zijn. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel van 21 juni 2024 en beschrijft een strafbaar feit dat in Nederland als een lijstfeit wordt aangemerkt, namelijk georganiseerde of gewapende diefstal. De rechtbank heeft geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij is vastgesteld dat het EAB voldoende duidelijkheid biedt over de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW. De rechtbank heeft de relevante wetsartikelen, waaronder artikel 2, 5 en 7 van de OLW, in acht genomen bij haar beslissing.