Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.De waardering van het bewijs
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer] . Verdachte zal partieel worden vrijgesproken van de uiting “Jouw moeder moet doodgaan. En je zal alleen achterblijven. Jouw moeder moet doodgaan, schat. Geloof me maar, zij moet dood”, omdat deze uiting niet was gericht tegen [slachtoffer] en aan verdachte niet ten laste is gelegd dat hij de moeder van [slachtoffer] heeft bedreigd.
4.De bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De motivering van de straf
8.De toepasselijke wettelijke voorschriften
9.De beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
30 (dertig) dagen.
13 (dertien) dagen, van deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijd van 2 (twee) jaarvast.
- Meldplicht bij reclassering. Veroordeelde meldt zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij [naam medewerker] van Reclassering Inforsa op het adres [adres 2] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
- Ambulante behandeling. Veroordeelde laat zich behandelen door de Forensisch Ambulante Zorg (FAZ) van Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
- Locatieverbod(zonder elektronische monitoring). Veroordeelde bevindt zich niet in de straat en/of rond woning van [slachtoffer] , [adres 3] .
- Contactverbod. Veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] ).
- Dagbesteding. Veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
- Meewerken aan middelencontrole. Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
toezicht te houdenop de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.