Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
zaak Ais aan verdachte – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 24 april 2024 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
zaak Bis aan verdachte – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 9 mei 2024 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
zaak Cis aan verdachte – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 4 september 2023 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] .
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en gelden als hier ingevoegd. Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
3.De waardering van het bewijs
4.De bewezenverklaring
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.De motivering van de straffen
9.Het beslag
10.De vordering van de benadeelde partij
11.De toepasselijke wettelijke voorschriften
12.De beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
18 (achttien) maanden.
15 (vijftien) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijd van 2 (twee) jaarvast.
Meldplicht bij reclasseringDe veroordeelde meldt zich bij Reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 12 te Amsterdam. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Ambulante behandeling
ContactverbodDe veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met
Locatieverbod(met elektronische monitoring)
De veroordeelde bevindt zich niet in een straal van 5 kilometer rondom de [adres] (zie afbeelding). De veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatieverbod. De veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat de veroordeelde in Nederland blijft.
Locatiegebod(met elektronische monitoring)
De veroordeelde is op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op het huidige verblijfadres [verblijfadres] . De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met de veroordeelde en mede afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start hoeft de veroordeelde op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 12 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden heeft de veroordeelde een aaneengesloten blok van 4 uur per dag vrij te besteden. De veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod. . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft. De veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat de veroordeelde in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering de genoemde bloktijden veranderen of het locatiegebod laten vervallen.
DagbestedingDe veroordeelde is verplicht om een door de toezichthouder goedgekeurde vorm van dagbesteding te verkrijgen en te behouden, ook als dat inhoudt dat hij zich moet laten bemiddelen naar werk via Werk Participatie en Inkomen (WPI) van de gemeente Amsterdam. De veroordeelde dient zich transparant en controleerbaar op te stellen, ook als dat inhoudt dat de toezichthouder de veroordeelde op de werkplek bezoekt.
toezicht te houdenop de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
taakstrafvan
360 (driehonderdzestig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 180 (honderdtachtig) dagen.