ECLI:NL:RBAMS:2025:2220

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
1301571225
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake Europees aanhoudingsbevel met heropening van het onderzoek ter zitting

Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) tegen een opgeëiste persoon, geboren in 1994 in Polen. De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter zitting te heropenen en schorsen, zodat de einduitspraak in deze zaak gelijktijdig met andere EAB's kan worden gedaan. De behandeling van het EAB vond plaats op 20 maart 2025, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. F.P. Slewe. De officier van justitie, mr. M. Al Mansouri, heeft de vordering tot behandeling van het EAB ingediend. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak op grond van de Overleveringswet met dertig dagen verlengd en de gevangenneming bevolen. Het EAB is uitgevaardigd door het Amtsgericht Koblenz en betreft een strafbaar feit dat in Nederland als een lijstfeit wordt aangemerkt, namelijk georganiseerde of gewapende diefstal. De rechtbank heeft bepaald dat de behandeling van het EAB opnieuw op zitting moet worden gepland, uiterlijk 14 dagen vóór 28 april 2025, en dat de oproeping van de opgeëiste persoon en een tolk in de Poolse taal moet plaatsvinden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/015712-25 (EAB IV)
Datum uitspraak: 3 april 2025
TUSSEN- UITSPRAAK
op de vordering van 24 januari 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 2 augustus 2022 door het
Amtsgericht Koblenz, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] (Polen),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
nu gedetineerd in [detentieadres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 20 maart 2025, in aanwezigheid van mr. M. Al Mansouri, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. F.P. Slewe, advocaat in Amsterdam en door een tolk in de Poolse taal.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de toelaatbaarheid van de verzochte overlevering gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met dertig dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenneming bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel strekkende tot voorlopige hechtenis van het
Amtsgericht Koblenzvan 5 juli 2022, met referentie 30 Gs 6246/22 - 2090 Js 39475/22.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld, te weten:
georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB volgt dat op dit naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Heropening

Tegelijkertijd met deze zaak is het EAB met parketnummer 13/015132-25 (EAB I), het EAB met parketnummer 13/015308-25 (EAB II) en het EAB met parketnummer 13/015535-25 (EAB III) behandeld. In die zaken heeft de rechtbank, kort gezegd, besloten om bij tussenuitspraak het onderzoek ter zitting te heropenen. Teneinde in alle zaken tegelijk einduitspraak te kunnen doen, zal de rechtbank daarom ook in deze zaak tussenuitspraak doen en het onderzoek ter zitting heropenen en schorsen.

6.Beslissing

HEROPENT EN SCHORSThet onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd;
BEPAALTdat de behandeling van het EAB - gelijktijdig met de andere EAB’s tegen de opgeëiste persoon - opnieuw op zitting moet worden gepland uiterlijk 14 dagen vóór 28 april 2025 (het einde van de beslistermijn in de onderhavige procedure);
BEVEELTde oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nader te bepalen datum en tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman;
BEVEELTde oproeping van een tolk in de Poolse taal tegen voornoemde nader te bepalen datum en tijdstip.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.J.R.M. Vermolen, voorzitter,
mrs. M.E.M. James - Pater en E. de Rooij, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.F.A. Reuvekamp en G. Riedijk, griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 3 april 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.