Op 23 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Koblenz in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1994 in Polen, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, waarbij voorrang is gegeven aan het Duitse EAB boven andere EAB's die door Polen zijn uitgevaardigd. Dit besluit is genomen in het kader van een goed rechtsbedeling, omdat er in Duitsland een strafrechtelijk onderzoek naar een ernstig feit loopt en de verdere overlevering vanuit Polen aan Duitsland mogelijk vertraging kan oplopen door de bestaande vrijheidsstraffen van de opgeëiste persoon in Polen.
De behandeling van het EAB vond plaats op verschillende zittingen, waarbij de rechtbank de termijn voor uitspraak heeft verlengd en de gevangenneming heeft bevolen. Tijdens de zittingen waren zowel de officier van justitie als de raadsman van de opgeëiste persoon aanwezig. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak op 3 april 2025 geoordeeld over de grondslag en inhoud van het EAB en de strafbaarheid van het feit. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de beslissing om de overlevering toe te staan, openbaar uitgesproken op 23 april 2025, en heeft daarbij de relevante wetsbepalingen genoemd.