Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
donderdag 24 april 2025 om 10.00 uurvoor akte uitlating eisende partij over het bepaalde in overwegingen 2.15, 2.16, 2.17 en 2.19,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 3 april 2025 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Terberg Business Lease Group B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Terberg Business Lease Group B.V., heeft een vordering ingesteld tot betaling van acht facturen, met een totaalbedrag van € 5.196,27, waarvan de hoofdsom € 1.846,18 bedraagt. De vordering betreft onder andere onbetaald gelaten huurtermijnen, bandschade, kosten voor een recherchebureau en meer gereden kilometers. De kantonrechter heeft ambtshalve toetsing toegepast op de consumentenrechtelijke aspecten van de leaseovereenkomst, waarbij de informatieplichten van de eisende partij aan de orde zijn gekomen. De rechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst op afstand tot stand is gekomen en dat de eisende partij aan haar informatieplichten heeft voldaan. Echter, de kantonrechter heeft ook geconstateerd dat de eisende partij onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor bepaalde onderdelen van de vordering, zoals de bandschade en de kosten van het recherchebureau. De rechter heeft de eisende partij verzocht om nadere toelichting te geven op deze onderdelen en heeft de zaak verwezen naar de rol voor akte uitlating. De beslissing om verdere beslissingen aan te houden is genomen, waarbij de eisende partij verplicht is om de akte tijdig aan de gedaagde partij te sturen, zodat deze kan reageren. De zaak wordt vervolgd op 24 april 2025.