ECLI:NL:RBAMS:2025:2584
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst na huurachterstand en vrijwillige ontruiming
In deze zaak heeft de C.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens huurachterstand. De C.V. vordert betaling van een huurachterstand van € 25.656,- over de periode van juni 2021 tot en met september 2023 en ontbinding van de huurovereenkomst. De procedure begon met een dagvaarding op 20 augustus 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 april 2025. Tijdens deze behandeling zijn beide partijen gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] in eerdere procedures is veroordeeld tot ontruiming van de woning en een deel van de huurachterstand terug te betalen. [gedaagde] heeft erkend dat hij de huur niet heeft betaald, maar stelt dat hij recht heeft op verrekening vanwege werkzaamheden die hij aan de woning heeft verricht en het aanbrengen van nieuwe huurders. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [gedaagde] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen en dat het verrekeningsverweer niet kan slagen. De kantonrechter heeft de vordering van de C.V. toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.