Op 8 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de Internationale Rechtsulpkamer, een beslissing genomen op een verzoek om aanvullende toestemming voor de tenuitvoerlegging van een straf opgelegd door de Arrondissementsrechtbank in Sieradz, Polen. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 6 februari 2025 en betreft een overgeleverde persoon die in Polen gedetineerd is. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de vereisten van artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, maar heeft de aanvullende toestemming geweigerd op basis van artikel 12 OLW. De rechtbank concludeert dat de overgeleverde persoon niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid en dat er geen garantie is verstrekt zoals vereist in artikel 12, sub d, OLW. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de overgeleverde persoon niet adequaat op de hoogte was van de procedure in hoger beroep, wat zijn verdedigingsrechten in gevaar heeft gebracht. De beslissing om het verzoek te weigeren is genomen met inachtneming van de rechten van de overgeleverde persoon en de omstandigheden van de zaak.