ECLI:NL:RBAMS:2025:2713

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
13/402016-24
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering tot behandeling van een Europees aanhoudingsbevel

Op 17 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de rechtbank in Poznan, Polen, op 18 november 2024. De officier van justitie had op 10 februari 2025 verzocht om het EAB in behandeling te nemen. De behandeling van de zaak begon op 2 april 2025, maar de opgeëiste persoon was niet verschenen en zijn raadsman had geen machtiging om namens hem te spreken. De rechtbank verlengde de termijn voor uitspraak met 30 dagen en schorste het onderzoek ter zitting om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de opgeëiste persoon opnieuw op te roepen.

Tijdens de zitting op 17 april 2025 was de opgeëiste persoon wederom niet aanwezig, en zijn raadsman was ook niet verschenen, maar had zijn standpunt per e-mail kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De officier van justitie ontving op 14 april 2025 een verklaring van de uitvaardigende justitiële autoriteit dat de internationale zoektocht naar de opgeëiste persoon was geannuleerd, omdat hij inmiddels in Polen was gedetineerd.

Gelet op deze informatie heeft de rechtbank geoordeeld dat de grondslag voor de vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB was komen te vervallen. De rechtbank heeft de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot behandeling van het EAB, en vastgesteld dat de overleveringsdetentie was geëindigd. Deze uitspraak is openbaar gedaan op de zitting van 17 april 2025, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/402016-24
Datum uitspraak: 17 april 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 10 februari 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 18 november 2024 door
the Regional Courtin Poznan (Polen, hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[de opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1979,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres: [adres] ,
nu gedetineerd in Polen.
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 2 april 2025
De behandeling van het EAB is aangevangen op de zitting van 2 april 2025, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen en niet is gebleken dat hij is opgeroepen voor de zitting. Zijn raadsman is wel verschenen, maar heeft verklaard niet door de opgeëiste persoon te zijn gemachtigd namens hem het woord te voeren.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2] Verder heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd geschorst om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de opgeëiste persoon voor een nieuwe zitting op te roepen.
Zitting 17 april 2025
De behandeling van het EAB is voortgezet op de zitting van 17 april 2025, in aanwezigheid van mr. K. van der Schaft, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen. Zijn raadsman, mr. E. Boskma, advocaat in Amsterdam, is evenmin verschenen. Hij heeft de rechtbank per e-mail zijn standpunt kenbaar gemaakt.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft bij brief van 14 april 2025 verklaard:
“The District Court in Poznan, III Criminal Division, in the case of [de opgeëiste persoon] , born [geboortedag] 1979, in connection with the arrest of the fugitive on the territory of Poland, announces that at the hearing on 14.04.2025, the international search was cancelled. The District Court in Poznan III Criminal Division, in the case of [de opgeëiste persoon] , born [geboortedag] 1979, due to the detention of a person prosecuted in the territory of Poland, reports that at the session of 14.04.2025, the international search was cancelled.”
In het ‘SIRENE – ontvangen M-formulier’ van 14 april 2025 met betrekking tot de opgeëiste persoon is vermeld:
"DEAR COLLEAGUES, In reply to the M form, I inform you that according to our databases, the above person was actually detained in Poland on 09.03.2025 and is currently in the Investigative Arrest in Poznań THANK YOU FOR YOUR COOPERATION, BEST REGARDS, SIRENE POLAND, DARIUSZ"
In het ‘SIRENE – ontvangen M-formulier’ van 15 april 2025 met betrekking tot de opgeëiste persoon is vermeld:
"DEAR COLLEAGUES, In reply to your M form I inform you that only today we received information from our court about the cancelation of the search for the above person and only now the authority has added an order to delete the entry. In the light of the above, I inform you that after this form the entry will be removed and the search for the above has been canceled by our competent authority. THANK YOU FOR YOUR COOPERATION, BEST REGARDS, SIRENE POLAND, DARIUSZ"
Gezien het voorgaande is de grondslag aan de vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van het EAB ontvallen. De rechtbank zal de officier van justitie daarom – in overeenstemming met de standpunten van de raadsman en de officier van justitie – niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

4.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie
NIET-ONTVANKELIJKin de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, uitgevaardigd op 18 november 2024 door
the Regional Courtin Poznan (Polen).
STELT VASTdat de overleveringsdetentie is geëindigd.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.R.P.J. Davids, voorzitter,
mrs. E. de Rooij en O.P.M. Fruytier, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. R.R. Eijsten en M.J. Gauneau, griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 17 april 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW. (of eerste, derde, vierde en vijfde lid OLW)