Op 1 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de District Court in Gdańsk, Polen, op 8 december 2022. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1977, die wordt verdacht van verduistering. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 17 april 2025 gehouden, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was en werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. D.M.P. van Eijsden. De officier van justitie, mr. K. van der Schaft, heeft de vordering tot overlevering ingediend. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen, met schorsing tot aan de uitspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon voldoet aan de voorwaarden voor gelijkstelling met een Nederlander, aangezien hij meer dan vijf jaar rechtmatig in Nederland verblijft. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de opgeëiste persoon niet zijn recht van verblijf in Nederland verliest door de opgelegde straf. De rechtbank heeft de overlevering geweigerd op basis van artikel 6a van de Overleveringswet, omdat de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf in Nederland kan worden overgenomen. De rechtbank heeft besloten de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf in Nederland te bevelen en de overleveringsdetentie op te heffen, maar de gevangenhouding tot aan de tenuitvoerlegging van de straf te handhaven.