Ten aanzien van de verzochte reiskostenvergoeding
Conform de Oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afsprakenworden de declaraties van advocaten ten aanzien van reiskosten, reistijd en wachttijd gemaakt in het kader van de behandeling van strafzaken die zonder oplegging van straf of maatregel zijn geëindigd – tenzij deze onredelijk hoog voorkomen – integraal vergoed. Dit criterium wordt mede ingevuld door bestendige jurisprudentie van onder andere het Gerechtshof Leeuwarden (ECLI:NL:GHLEE:2010:BL8539) en het Gerechtshof Amsterdam (ECLI:NLGHAMS:2014:2466), waaruit blijkt dat van de declaraties van de betrokken rechtsbijstandverleners kan worden afgeweken indien deze, bijvoorbeeld wat betreft het aantal ingeschakelde rechtsbijstandverleners, de hoeveelheid in rekening gebrachte uren of de gehanteerde uurtarieven, alle omstandigheden en belangen in aanmerking genomen, ‘in het oog springend bovenmatig’ zijn. De beoordeling van een verzoek tot vergoeding van reiskosten van een advocaat vergt dan ook in zekere zin een marginale toetsing, met inachtneming van alle omstandigheden van het geval. In diverse strafrechtelijke en strafvorderlijke procedures is ten aanzien van reiskosten de Wet Tarieven in Strafzaken (WTSZ), in samenhang met het Besluit tarieven in strafzaken (Btis) van toepassing. Daarbij merkt de rechtbank op dat deze wet- en regelgeving niet specifiek van toepassing is op de vergoeding van kosten van een advocaat ex art. 530, tweede lid, maar wel op veel andere strafrechtelijke en strafvorderlijke procedures, zoals de reiskosten van de gewezen verdachte op grond van art. 530, eerste lid Sv. Volgens het Besluit wordt voor verschillende personen en beroepsgroepen (zoals getuigen en curatoren) als reiskostenvergoeding een maximumtarief gehanteerd van € 0,28 per kilometer. Nu deze wet- en regelgeving niet specifiek van toepassing is op advocaten in deze procedure, gaat het om niet meer dan een uitgangspunt, waarvan kan worden afgeweken.
De rechtbank overweegt dat ten aanzien van reiskosten een onderscheid kan worden gemaakt tussen variabele kosten (de kosten voor het gebruik van een auto) en vaste kosten (de kosten voor het bezit van een auto). Volgens het Nibud en ANWB lopen de variabele kosten uiteen van € 0,22 (voor een miniklasse auto) tot € 0,30 (voor een middenklasse auto) per kilometer. De totale autokosten, vast én variabel, lopen uiteen van € 0,50 (voor een miniklasse auto) tot € 0,74 (voor een middenklasse auto) per kilometer.De rechtbank is van oordeel dat in elk geval de variabele reiskosten binnen de hiervoor genoemde bandbreedte voor vergoeding in aanmerking komen, nu deze niet in het oog springend bovenmatig moeten worden geacht. Een hogere (variabele) reiskostenvergoeding is naar het oordeel van de rechtbank in beginsel in het oog springend bovenmatig. De kosten voor het bezit van een auto komen naar het oordeel van de rechtbank in beginsel niet voor vergoeding in aanmerking. Deze kosten zijn namelijk niet aan te merken als reiskosten, maar als kantoorkosten, dan wel worden deze geacht te zijn inbegrepen in het door de advocaat gehanteerde uurtarief. Vaste reiskosten zijn dan ook in beginsel in het oog springend bovenmatig.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank acht het billijk een vergoeding van € 1,68 (6 kilometer x € 0,28 per kilometer) toe te kennen voor de reiskosten die door de raadsman van de verzoeker zijn gemaakt met de auto. Hoewel het verschil met de door de raadsman verzochte toe te kennen reiskosten slechts € 1,32 betreft, en daardoor niet geoordeeld kan worden dat het totaal door verzoeker verzochte bedrag in het oog springend bovenmatig is, zoals door de raadsman is gesteld, betreft het geschil omtrent de toe te kennen vergoeding voor reiskosten een principieel karakter waarvan de rechtbank onderkent dat binnen de rechtspraak een éénduidige lijn wordt verlangd.
Tot slot merkt de rechtbank op dat parkeerkosten apart gedeclareerd en onderbouwd dienen te worden en aldus niet, zoals door de raadsman in onderhavige zaak is betoogd, kunnen worden verrekend onder de te verzoeken kilometervergoeding.