Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Ontvankelijkheid openbaar ministerie
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.Het bewijs
7.De strafbaarheid van het feit
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Procesafspraken
bijlage IIaan dit vonnis gehecht.
- geen onderzoekswensen indient;
- geen bewijsverweren voert tegen de onderdelen van de tenlastelegging ten aanzien waarvan is overeengekomen dat bewezenverklaring kan volgen;
- al ingediende onderzoekswensen intrekt;
- geen (nadere) verklaring hoeft af te leggen;
- afstand doet van de inbeslaggenomen goederen zoals vermeld in de bijlage, met uitzondering van de Rolex Daytona met goednummer 5842562;
- zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken.
- zal, gelet op het feit dat een aantal feiten verjaard bleken, de rechtbank vragen, anders dan is gerekwireerd op zitting, over te gaan tot een ontvankelijkheidsbeslissing, bewezenverklaring en kwalificatie van de feiten zoals in deze procesafspraken weergegeven en een straf op te leggen van 187 dagen gevangenisstraf waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en met aftrek van de tijd dat verdacht in voorarrest heeft doorgebracht en daarnaast een taakstraf van 240 uur te vervangen door 120 dagen hechtenis;
- zal afzien van het instellen van een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
10.Motivering van de straffen
11.Beslag
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Beslissing
niet-ontvankelijkin de vervolging van verdachte ter zake van het onder feit 1 impliciet subsidiair ten laste gelegde schuldwitwassen van € 359.595 (zaaksdossier 2) en € 378.382 (zaaksdossier 3).
2 en 3ten laste gelegde niet bewezen en
spreektverdachte
daarvan vrij.
bewezendat verdachte het onder 1 en 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
187 (honderdzevenentachtig) dagen.
180 (honderdtachtig) dagen, van deze gevangenisstraf
niet ten uitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijd van 2 (twee) jaarvast.
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.