Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Hammin Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres]
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Hammvan 30 oktober 2019 de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan aan Duitsland. De Duitse autoriteiten hebben bij het op 17 mei 2024 uitgevaardigde EAB opnieuw om de overlevering van de opgeëiste persoon ter executie van hetzelfde vonnis verzocht omdat de opgeëiste persoon, nadat hij in 2023 feitelijk was overgeleverd aan Duitsland, zich tijdens een verlof aan zijn detentie heeft onttrokken en naar Nederland is vertrokken.
Amtsgericht Hamm van 30 oktober 2019,in kracht van gewijsde sedert 3 juli 2020, met referentie: 51 Ds 179/18.
4.Genoegzaamheid van de stukken
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Amtsgericht Hammvan 30 oktober 2019, dat is behandeld op de zitting van 16 november 2023, de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan aan Duitsland.
Landgericht Dortmundvan 16 juni 2020 aan de rechtbank en de officier van justitie overgelegd en bepleit dat uit deze uitspraak blijkt dat het hoger beroep is verworpen. Bij uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ EU) van 21 december 2023 [6] is bepaald dat de laatste instantie, waarbij een definitieve beslissing is genomen, aan artikel 12 OLW dient te worden getoetst, ook als in die procedure geen inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden.
Landgericht Dortmundniet hoeft te worden getoetst aan artikel 12 OLW terwijl dit op grond van de uitspraak van 21 december 2023 van het HvJ EU wel had gemoeten.
Amtsgericht Hammvan 30 oktober 2019 heeft plaatsgevonden.
Landgericht Dortmundvan 16 juni 2023 is een rare uitspraak. Het lijkt eerder op een niet ontvankelijkheid. Uit de aanvullende informatie van 2 april 2025 van de Duitse autoriteiten die ook aan de raadsman is verzonden blijkt dat de opgeëiste persoon niet ter zitting is verschenen, maar dat hij ter zitting in hoger beroep is vertegenwoordigd door een gemachtigd raadsman waardoor de weigeringsgrond van artikel 12 OLW zich niet voordoet.
Landgericht Dortmundvan 16 juni 2020 het hoger beroep tegen het in eerste aanleg gewezen vonnis van het
Amtsgericht Hammvan 30 oktober 2019 is verworpen zal de rechtbank het proces in hoger beroep toetsen aan artikel 12 OLW.
Landgericht Dortmundvan 16 juni 2020. Uit de vertaalde versie van voornoemde uitspraak van
6.Strafbaarheid
7.Detentieomstandigheden
Augsburger Algemeinevan 8 februari 2025 blijkt dat in de speciaal beveiligde cellen in de detentie-instelling van Augsburg-Gablingen sprake is geweest van misstanden. De raadsman verzoekt om aanhouding van de zaak om nadere vragen te kunnen stellen over de detentieomstandigheden in deze detentie-instelling of om een detentiegarantie te laten verstrekken dat de opgeëiste persoon niet in deze detentie instelling zal worden geplaatst.
8.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
9. Slotsom
10.Toepasselijke wetsbepalingen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Hamm(Duitsland).
[opgeëiste persoon] .
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.