ECLI:NL:RBAMS:2025:3141

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
13/292017-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving en openlijke geweldpleging in Aalsmeer

Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen van poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving en openlijke geweldpleging. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 5 maart 2023 in Aalsmeer, waar de verdachte samen met anderen het slachtoffer zou hebben aangevallen en geprobeerd zou hebben te ontvoeren. Tijdens de zittingen op 25 februari en 29 april 2025 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. M. Modder, en de verdediging van de raadsman, mr. M. Rafik, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen. De verklaringen van het slachtoffer en getuigen, alsook camerabeelden, gaven geen steun voor de stelling dat de verdachte betrokken was bij een poging tot ontvoering of dat hij openlijk geweld had gepleegd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij een significante bijdrage had geleverd aan het geweld en heeft hem vrijgesproken van zowel de poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving als de openlijke geweldpleging. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, en de in beslag genomen Opel Combo-C-Van werd aan de verdachte teruggegeven.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht
Parketnummer: 13/292017-23
Datum uitspraak: 13 mei 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
ingeschreven in de basisregistratie op het adres [adres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 25 februari 2025 en 29 april 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Modder en van hetgeen de (gemachtigde) raadsman van de verdachte mr. M. Rafik naar voren heeft gebracht.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de vordering benadeelde partij van [benadeelde partij] en de toelichting daarop van mr. S. Berwari.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is – na wijziging op de zitting van 25 februari 2025 – ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 5 maart 2023 te Aalsmeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door de verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde partij] wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en/of beroofd te houden, door
  • als bestuurder van het voertuig (met kenteken [kenteken] ) naar de plaats delict te rijden en/of (vervolgens)
  • zich te hullen in gezichtsbedekkende kleding en/of
  • contact te onderhouden met één of meer medeverdachte(n) en/of
  • die [benadeelde partij] vast te pakken en/of te grijpen en/of tegen zijn wil in de richting van voornoemd voertuig te duwen en/of te bewegen en/of te trekken en/of
  • meermalen, althans eenmaal, fysiek geweld op die [benadeelde partij] toe te passen en/of die [benadeelde partij] meermaals krachtig en/of met gebalde vuist en/of hand tegen het gezicht, althans het hoofd, te slaan en/of te stompen en/of
  • die [benadeelde partij] in/tegen het gezicht te trappen en/of te schoppen en/of
  • de sleutels (een sleutelbos met een sleutelhanger met daarop de tekst Carfumes) van die [benadeelde partij] af te pakken en/of
  • tegen die [benadeelde partij] te schreeuwen: Luister, jij gaat mee, meekomen;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
Subsidiair is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 5 maart 2023 te Aalsmeer, in elk geval in Nederland openlijk, te weten, op de Ophelialaan, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde partij] door
  • meermalen, althans eenmaal, die [benadeelde partij] , te slaan en/of te stompen tegen het hoofd en/of het lichaam en/of te schoppen tegen het lichaam en/of
  • die [benadeelde partij] vast te pakken en/of te duwen.

3.Vrijspraak

3.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt vrijgesproken van de primair ten laste gelegde poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving en wordt veroordeeld voor de subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldpleging.
De officier van justitie heeft voor de bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldpleging het volgende aangevoerd. Het slachtoffer is naar Aalsmeer gelokt en daar vervolgens in elkaar geslagen. De verdachte heeft verklaard dat hij door het slachtoffer is opgelicht en dat hij zijn geld terug wilde. De verdachte heeft toegegeven ter plaatse te zijn geweest. Hij heeft verklaard dat hij gefrustreerd was en heeft geschreeuwd. De verdachte heeft verder verklaard dat hij het slachtoffer alleen bij zijn rits heeft vastgepakt. Opvallend is echter wel dat de verdachte bloed aan zijn handen en op zijn kleding en schoenen had. De vraag is hoe dat bloed daar is gekomen als de verdachte het slachtoffer alleen bij de rits heeft vastgepakt. De verdachte moet bij de mishandeling van het slachtoffer aanwezig zijn geweest. Op de beelden is niet te zien dat de verdachte pas ter plaatse kwam toen de mishandeling voorbij was, zoals de verdachte heeft verklaard. Een getuige heeft bij de politie gemeld dat er een vechtpartij gaande was. Toen de politie ter plaatse kwam, zag zij een bestelauto wegrijden. Naderhand heeft de broer van de verdachte die hem aan het begin van de nacht had bericht dat hij die ‘
Turk met rijbewijs naar Aalsmeer kan laten komen’ geappt ‘
niks zeggen’ en dat duidt op wetenschap van de verdachte. Daarnaast zijn de sleutels van het slachtoffer bij de verdachte aangetroffen.
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 240 uur subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis met aftrek van voorarrest.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde niet is bewezen. De verdachte wordt daarom vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt voor zover relevant het volgende.
Het slachtoffer heeft bij zijn aangifte over wat er op 5 maart 2023 is gebeurd – samengevat weergegeven – het volgende verklaard:
Ik stond bij de Jumbo in Aalsmeer te wachten. Er stopte een scooterrijder bij mij die met mij in gesprek ging. Er kwamen personen aan die op mij begonnen in te slaan. Ik probeerde weg te komen, maar viel op de grond. De jongens bleven op mij inslaan toen ik op de grond lag. Ik voelde dat zij spullen uit mijn jaszak haalden, terwijl ik op de grond lag en zij op mij insloegen. Zij hebben mijn telefoon, paspoort en huissleutels gestolen. Er kwam toen een donkerkleurig busje aangereden, het model leek op een Caddy. Er zat één persoon in. Het busje stopte naast mij, terwijl ik op de grond lag. Een van de zes mannen die op mij in aan het slaan was, zei tegen mij: ‘
Je gaat mee vriend, instappen’. Ik werd door twee mannen bij mijn armen vastgepakt. De mannen probeerden mij toen het busje in te slepen. Een van hen trapte steeds tegen mijn benen zodat ik niet kon opstaan. Ik kreeg nog steeds klappen en moest instappen. Ik was bang dat ze mij zouden ontvoeren. Vlak voordat de mannen mij de bus konden induwen, was er een soort van moment van rust. Ik zag de mannen allemaal wegrennen en de bus wegrijden. Ik zag toen dat er een politieauto was komen aanrijden. Ik zag dat de politieauto achter het donkerkleurige busje aanreed.
Op 4 maart 2023 om 23.33 uur stuurt de broer van de verdachte, [naam broer] , een WhatsApp-bericht naar de verdachte en vraagt ‘
waar ben je’. De verdachte antwoordt om 23.41 uur dat hij ‘
thuis bij mama is’ en ‘
dat [persoon] daar ook is.’ [naam broer] appt dan: ‘
Hij zei dat hij die Turk met rijbewijs kan laten komen.’ De verdachte vraagt vervolgens ‘
wanneer komt die nu’. Om 23.54 uur vraagt de verdachte ‘
waar dan?’[naam broer] antwoordt ‘
Aalsmeer’. Op 5 maart 2023 om 00.02 uur appt de verdachte ‘
oke ik kom’. De verdachte wordt om 00.16 uur en 00.21 uur gebeld door [naam] , met wie de verdachte later samen wordt aangehouden. Om 00.23 uur appt [naam] naar [naam broer] ‘
[verdachte] is onderweg naar mij’ en direct daarna ‘
hij is er’. Een minuut later appt hij ‘
ben nu onderweg’.
In het proces-verbaal betreffende de beelden van de camera’s van de Jumbo op de hoek van de Ophelialaan/Spoorlaan in Aalsmeer die op 5 maart 2023 zijn gemaakt, staat het volgende beschreven. Hierna wordt de werkelijke tijd aangegeven. Omstreeks 00.33 uur komt een scooter aanrijden. De bestuurder parkeert zijn scooter voor de in/uitgang van de Jumbo aan de zijde van de Ophelialaan. Direct daarna komt het slachtoffer op de bestuurder aflopen. Nog geen minuut later wordt het slachtoffer door een derde persoon aangevallen. Op hetzelfde moment rent een persoon over de Spoorlaan langs de andere in/uitgang van de Jumbo in de richting van de Ophelialaan. Vervolgens is er een halve minuut een hoop geschreeuw te horen. Er wordt geroepen: ‘
Luister, jij gaat mee!’ en ‘
meekomen’. Kort voordat het weer stil wordt rennen twee personen vanaf de hoek van de Ophelialaan/Spoorlaan naar de overkant van de kruising van de Ophelialaan en de Spoorlaan in de richting van het Baanvak. Om 00.34.47 uur komt de scooterrijder terug bij zijn scooter. Hij heeft rode vlekken op zijn rechterhandschoen en rijdt een paar seconden later weg in de richting waarin de twee personen kort daarvoor zijn gerend. Om 00.36.30 uur loopt een persoon ter hoogte van de ingang van de Jumbo aan de Spoorlaan richting de overkant van de kruising van de Ophelialaan en de Spoorlaan om vervolgens om 00.36.50 uur om te keren en hard weg te rennen in de richting van de 2e J.C. Mensinglaan.
De politie arriveert om 00.38.25 uur bij de Jumbo en rijdt vervolgens de Spoorlaan in. De politieagenten zien daar het slachtoffer vanuit de richting van het Baanvak naar hen toe komen strompelen. Zij zien dat het gezicht van het slachtoffer onder het bloed zit, dat hij een (bloedende) snee boven zijn rechterwenkbrauw heeft en dat zijn haar met bloed is doordrenkt. Het slachtoffer zegt dat hij in elkaar is geslagen en dat zij zijn telefoon, paspoort en sleutel hebben. Een van de politieagenten ziet vervolgens vijftig meter verderop een donkerkleurige bestelauto met kenteken [kenteken] in volle vaart achteruit een parkeervak uitrijden en met hoge snelheid wegrijden. Na een korte achtervolging wordt de bestelauto aan de kant gezet en worden de bestuurder (de verdachte) en de bijrijder ( [naam] ) aangehouden. De verdachte blijkt bloed aan zijn handen te hebben. Er zit ook bloed op zijn jas en schoenen. Hij is in het bezit van de sleutels van het slachtoffer. Om 00.50 uur appt [naam broer] , de broer van de verdachte, nadat hij hem een aantal keer tevergeefs heeft proberen te bellen, ‘
bel me even gast’. De verdachte antwoordt: ‘
Jo ik ben staande gehouden.’ [naam broer] appt ‘
niks zeggen hij is gevallen.
De verdachte heeft op 5 maart 2023 bij de politie – samengevat weergegeven – het volgende verklaard:
Ik ben voor een paar duizend euro opgelicht. Ik kreeg om ongeveer 00.15 à 00.30 uur een belletje van een bekende met de mededeling dat de oplichter in de Ophelialaan in Aalsmeer was. Ik bedacht toen: ik rij er nu heen anders is hij straks weg. Ik wilde mijn geld hebben. Ik ben na het telefoontje er als een speer naartoe gereden. Na het telefoontje heeft het maximaal tien minuten geduurd voordat ik ter plaatse was. Ik kwam aan op de Ophelialaan bij de Jumbo en zag daar mensen rennen en ben daar naar toegereden. Ik stapte uit de auto en wilde die jongen vastpakken. Er waren op dat moment nog twee à drie andere jongens bij die jongen. Twee jongens hielden mij tegen en zeiden: ‘
Doe niks doe niks laat hem met rust, het is al klaar.’ Ik zei dat ik mijn geld terug wilde en toen zei die jongen ‘
je krijgt je geld terug’. Ik heb hem aangeraakt in de zin van dat ik hem aan zijn kleren vastgreep. Ik heb hem aan de voorkant bij zijn rits vastgepakt ter hoogte van zijn borstkast. De oplichter stond op dat moment. Hij was gewond; ik zag bloed op zijn gezicht, jas, kleren en achterhoofd. Terwijl ik hem vasthad, werd ik tegengehouden door die twee jongens. Op het moment dat ik hem losliet, kwam de politie aanrijden. Ik heb hem geen kwaad aangedaan, hem niet beroofd, niet mishandeld en niet bedreigd. Ik heb hem alleen vastgepakt. Ik heb hem niets aangedaan, ik wilde gewoon mijn geld terug. Ik ben eigenlijk het slachtoffer in dit verhaal.
Vrijspraak van de poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving
De verdachte is primair het medeplegen van een poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving ten laste gelegd. Op grond van de aangifte, de camerabeelden, de beschrijving van de politie van het letsel van het slachtoffer en de foto’s van het letsel staat vast dat het slachtoffer voor de Jumbo door een aantal personen in elkaar is geslagen. Verder is op de camerabeelden te horen dat tijdens de mishandeling door iemand wordt gezegd ‘
luister, jij gaat mee!’ en ‘
meekomen’. Hier blijkt echter niet uit dat de verdachte en de andere aanwezigen geprobeerd hebben het slachtoffer in de bestelauto van de verdachte te krijgen om hem te ontvoeren. Het slachtoffer heeft verklaard dat hij bang was dat ze hem zouden ontvoeren. Er is evenwel geen ander bewijsmiddel dat voldoende steun biedt aan de verklaring dat het slachtoffer zou worden ontvoerd. Uit de hierboven samengevatte verklaringen, camerabeelden en berichten blijkt ook niet dat er een gezamenlijk plan was om het slachtoffer (in de bestelauto van de verdachte) te ontvoeren (wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven) en dat de verdachte dat plan samen met anderen heeft beraamd en/of van dat plan op de hoogte was en bij de uitvoering daarvan betrokken was. Met het Openbaar Ministerie is de rechtbank daarom van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte een poging tot wederrechtelijke vrijheidsberoving heeft medegepleegd. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
Vrijspraak van openlijke geweldpleging
De verdachte wordt er subsidiair van beschuldigd dat hij openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd. Van het ‘in vereniging’ plegen van geweld is sprake als de verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het door anderen gepleegde geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. Waar het om gaat is of de verdachte een – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het geweld heeft geleverd die van voldoende gewicht is.
Zoals hiervoor reeds vermeld, staat vast dat voor de Jumbo in vereniging geweld gepleegd is jegens het slachtoffer. Er kan echter niet worden vastgesteld dat de verdachte op dat moment al bij het slachtoffer was. De verklaring van het slachtoffer dat het geweld voortduurde totdat de politie arriveerde, vindt geen steun in een ander bewijsmiddel. Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de verdachte een (voldoende significante of wezenlijke) bijdrage heeft geleverd aan het ten laste gelegde slaan en/of stompen tegen het hoofd en het lichaam en schoppen tegen het lichaam van het slachtoffer of op enige wijze door verbale of fysieke handelingen die geweldshandelingen heeft ondersteund of anderszins heeft bijgedragen aan het ontstaan of het voortduren daarvan. Op grond van het dossier kan ook niet worden vastgesteld dat toen de verdachte arriveerde en was uitgestapt de geweldpleging nog gaande was. Ook kan niet worden vastgesteld dat toen de verdachte het slachtoffer vastpakte iemand anders die geweldshandeling van de verdachte op enigerlei wijze ondersteunde of bijdroeg in het voortduren daarvan of daaraan een voldoende significante of wezenlijke bijdrage leverde. Anders dan het Openbaar Ministerie is de rechtbank daarom van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

4.De vordering van de benadeelde partij

Aangezien de verdachte wordt vrijgesproken en er dus geen straf of maatregel wordt opgelegd, wordt de benadeelde partij [benadeelde partij] op grond van artikel 361 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.

5.Beslag

Onder verdachte is een Opel Combo-C-Van 213 met kenteken [kenteken] (goednummer G6309905) in beslag genomen. Aangezien de verdachte wordt vrijgesproken, moet deze aan de verdachte worden teruggegeven.

6.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het primair en subsidiair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk is in zijn vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij] en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen Opel Combo-C-Van 213 met kenteken [kenteken] (goednummer G6309905) aan de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.E. van der Pol, voorzitter,
mr. C.M. Berkhout en mr. N. Versteeg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Cordia, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 mei 2025.