Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met producties.
2.Uitgangspunten
boete bij onderhuur: € 5.000,00”.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Ymere en gedaagde(n) betreffende de ontruiming van een sociale huurwoning. Ymere vorderde primair ontruiming van de woning van gedaagde sub 2, subsidiair voorwaardelijke ontruiming, en daarnaast een contractuele boete van € 5.000 wegens onderhuur. De procedure begon met een dagvaarding op 1 april 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 mei 2025. Gedaagden sub 3 en 4 zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde sub 2 sinds 15 maart 2018 huurder is van de woning en dat er sprake is van een huurachterstand van € 787,77. Ymere stelde dat gedaagde sub 2 zijn hoofdverblijf niet in de woning had en deze had onderverhuurd aan derden. De kantonrechter oordeelde echter dat niet voldoende aannemelijk was gemaakt dat gedaagde sub 2 geen hoofdverblijf in de woning had en dat de gevorderde ontruiming niet gerechtvaardigd was. De kantonrechter heeft de vorderingen van Ymere afgewezen en Ymere veroordeeld in de proceskosten van € 610,50. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.