Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Kielce, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
enforceable judgment of the Local Court in Końskievan 23 oktober 2020, met kenmerk II K336/17.
23 oktober 2020 (II K336/17) terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid. De rechtbank constateert dat sprake is van de omstandigheid van artikel 12, sub a, OLW. De opgeëiste persoon is blijkens de informatie in onderdeel d) van het EAB op 3 augustus 2020 in persoon gedagvaard en is daarbij geïnformeerd over de datum en plaats van de zitting en hij is ervan in kennis gesteld dat een beslissing in zijn afwezigheid kan worden genomen indien hij niet verschijnt op het proces.
4.Strafbaarheid; feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
7.Schorsingsverzoek
8.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsbepalingen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan aan
the Regional Court in Kielce, Polen.
[opgeëiste persoon].
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.