Op 25 april 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde, geboren in 2003. De veroordeelde was eerder op 4 juli 2019 veroordeeld tot de PIJ-maatregel en deze was laatstelijk verlengd op 5 november 2024. De officier van justitie verzocht om een verlenging van de maatregel met drie maanden. De rechtbank heeft de vordering behandeld in een besloten raadkamer, waarbij verschillende stukken zijn bekeken, waaronder een advies van een organisatie en een voortgangsverslag van de Reclassering. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de verdere ontwikkeling van de veroordeelde vereisen dat de PIJ-maatregel met drie maanden wordt verlengd. De veroordeelde had in het verleden problemen vertoond, waaronder een aanhouding en positief testen op cannabis, maar toonde recentelijk verbetering door werk te vinden en zich aan voorwaarden te houden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de maatregel verlengd tot 5 juli 2025, met een onvoorwaardelijke einddatum op 5 juli 2026.